VII.
De Rekening van den Penningmeester over het maatschappelijk jaar 1829-1830 opgenomen en met dankzegging goedgekeurd zijnde, is daaruit gebleken, dat de Ontvang (met het saldo des vorigen jaars) bedroeg ƒ 1688. 11 ½; de uitgave, ƒ 1635. 94. weshalve het saldo was ƒ 52. 17 ½.
Doch waartegen de Maatschappij nog eene Rekening, ten bedrage van ƒ 113. 28., wegens drukloonen schuldig blijft; behalve nog de kosten van het thans afgedrukte Tweede Deels Tweede stuk der Nieuwe Werken.