Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1830
(1830)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 45]
| |
last om op de Algemeene Vergadering van heden voor te stellen: ‘Het toewijzen eener gouden medaille aan den schijver van eenig oorspronkelijk werk, in den tijdkring der laatste negen of tien jaren in ons Vaderland in het licht verschenen, in een der drie vakken van Vaderlandsche geschiedenis, Taalkunde en Welsprekenheid, en Dichtkunde’ (zie Handelingen der Maatschappij 1829 bl. 71). Deze Commissie heeft de eere, om aan de Algemeene Vergadering het navolgend verslag te doen van hare verrichtingen. Na schriftelijk wisselen van de onderscheiden meeningen heeft de Commissie zich verplicht gerekend, om eene bijeenkomst te houden, die eerst 24 Meij laatstleden te Haarlem heeft plaats kunnen hebben. Op deze hare bijeenkomst is de Commissie eenparig in gevoelen geweest, dat de taak, haar op eene zoo onderscheidende wijze opgedragen, onuitvoerlijk was. De redenen dezer onuitvoerbaarheid zijn in het breede bij een afzonderlijk verslag ontwikkeld. De Commissie heeft echter het ongepast geoordeeld eenige punten van dat verslag mede te deelen; want het heeft haar beter toegeschenen, om, minder lettende op den letter der opgedragen last, dan op het doel der Maatschappij, aan de Vergadering voor te stellen: | |
[pagina 46]
| |
Dat het aan de geëerde Maatschappij mochte behagen om aan de Heeren Bilderdijk en vander Palm, die, sedert meer dan 40, ja de eerste sedert vijftig jaren, de sieraden zijn geweest der Nederlandsche letterkunde, eene gouden eerepenning aan te bieden. - De Commissie heeft gemeend, dat zij de geëerde Maatschappij zoude miskennen, indien zij dit haar eenparig gevoelen met nadere beweegredenen staafde; want wat Bilderdijk voor de Nederlandsche Taal en Poëzij; wat van der Palm voor de Nederlandsche Welsprekendheid heeft gedaan, dat behoort, naar haar gevoelen, geheel het beschaafd Europa te weten, maar niemand op hoogeren trap te stellen, dan deze Maatschappij, die uitsluitend aan de Nederlandsche Letterkunde toegewijd is.
Uit naam der Commissie
C.J. van Assen.
Conform dit rapport wordt met algemeene toejuiching besloten, aan de Heeren Mr. W. Bilderdyk en J.H. van der Palm de gouden Medaille der Maatschappij aan te bieden. |
|