V.
Het vijfde punt van behandeling, voor dit jaar, zijnde de benoeming der Commissie van vijf Leden, uit een tiental van wege de Maandelijksche Vergadering aan te bieden, ten einde, daartoe termen vindende, in de Algemeene Vergadering van 1830 aan de Maatschappij voor te stellen, om derzelver gouden medaille toe te wijzen aan den Schrijver van eenig oorspronkelijk werk in den tijdkring der laatste negen of tien jaren in ons Vaderland in het licht verschenen, in een der drie vakken, van Vaderlandsche Geschiedenis, Taalkunde, en Welsprekendheid en Dichtkunde. (Zie de Handelingen der Algemeene Vergadering van 1828, bl. 64.) worden aan de Vergadering de namen aangeboden der Leden A. de Vries, Mr. C.J. van Assen, Mr. D.J. van Lennep, J. Teissèdre L'Ange, J. Clarisse, Mr. P.W. van Heusde, H.A. Hamaker, W. de Clercq, J. Geel, en S. Muller: waarbij de Voorzitter het voorstel voegt, dat, indien eenig der benoemde Leden verhinderd mogt worden de Commissie waar te nemen, de niet benoemden uit het Tiental dan, ingevolge het aantal stemmen, welk zij bij de thans uittebrengen keuze zouden bekomen hebben, verzocht worden om het Vijftal aan te vullen. Hetwelk bij de Vergadering aangeno-