IV.
Het voorstel, door een der Leden aan de Maandelijksche Vergadering ingeleverd, en door dezelve overgenomen, thans in deliberatie gebragt zijnde, wordt door de Vergadering aangenomen. Hetzelve luidde aldus:
‘Hoezeer de verwantschap tusschen de onderscheidene tongvallen van den Germaanschen taalstam met het Sanscrit en het Parsi thans als genoegzaam bewezen kan worden beschouwd, heeft zich echter tot nog toe niemand verledigd, om uit deze waarheid een wezenlijk nut af te leiden, en de belangrijke gevolgtrekkingen aan te toonen, die daaruit, zoo wel voor den grammatischen bouw, als voor de woord-afleiding der Germaansche tongvallen, als van zelf voortvloeijen. De