X.
en bestemt de eerste openbare zitting voor het volgend wintersaizoen, op Vrijdag den 9 November dezes jaars; de tweede op Vrijdag den 1 Februarij 1822, en de derde op Vrijdag den 8 Maart deszelfden jaars.
Tot het houden van Voorlezingen, in prosa of dichtmaat, worden voor de eerste dier zittingen benoemd, de Heeren
E. Kist
en
A. Simons
; voor de tweede de Heeren
H. van Royen
en Mr.
C.J. van Assen
; voor de derde de Heeren
M. Siegenbeek
en
H.A. Hamaker
.