IX.
De Vergadering vindt goed, dat in het volgend Wintersaizoen wederom
drie openbare Zittingen gehoudenworden, en welde eerste op vrijdag den 29 van
Wijnmaand dezes jaars; de tweede op vrijdag den 28 van Louwmaand des jaars
1820; en de derde op vrijdag den 17 van Lentemaand deszelfden jaars.
Tot het houden van Voorlezingen in gebondene, of ongebondene rede
worden voor de eerste dier Zittingen benoemd de Heeren Mr.
J. de Kruijff
en
A. Simons
; voor de tweede de
Heeren
J. Clarisse
en
H.A. Hamaker
; voor de derde de
Heeren M. Siegenbeek
en
E.A. Borger
.