IX.
De Vergadering vindt goed, dat in het volgend wintersaizoen wederom drie openbare Zittingen gehouden worden, en wel de eerste op den laatsten vrijdag in slagtmaand dezes jaars, de tweede op den derden vrijdag in Louwmaand des jaars 1817, en de derde op den tweeden vrijdag in Lentemaand deszelfden jaars. Tot het doen van voorlezingen in gebondene of ongebondene rede worden voor de eerste dier zittingen benoemd: de Heeren
E.A. Borger
en Mr.
C.J. van Assen
, voor de tweede de Heeren Mr.
H. Van Wijn
en
J.H. van der Palm
, en voor de de derde de Heeren M. Siegenbeek
en Mr.
H. van Royen
.