VI.
De Rekening van den Penningmeester ter tafel gebragt en door de Vergadering opgenomen en goedgekeurd zijnde, is daaruit gebleken dat de ontvangst bedragen heeft eene som van acht honderd achttien guldens, zeven stuivers en vier penningen, en de uitgave daarentegen eene som van drie honderd tachtig guldens, negentien stuivers en twee penningen, blijvende er dus in kas een batig overschot van vier honderd zeven en dertig guldens, acht stuivers en twee penningen.
De Penningmeester ontvangt de toelage voor het jaar 1813 van den Heer Mr.
F.W. Boers
.