IV.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, ter vermijding van noodelooze omslagtigheid en het daaraan verbonden gevaar, dat eenige stukken verloren raken, de XII en XIII Hoofdstukken der wetten in zoo verre te veranderen, dat de Verhandelingen, door Leden der Maatschappij in te leveren, alleen gesteld zullen worden in handen van drie of vier Leden, om die te lezen en te beoordeelen.