Art. 5.
Men verkoos tot Voorzitter den Heere J.W. te Water, tot Secretaris den Heere J. de Kruijff, tot Briefschrijver, en tevens tot Opziener over de uitgave der stukken, den Heere J. Luzac, en is wijders de Secretaris op nieuw verzogt den post van Penningmeester als nog te blijven waarnemen.