exemplaeren, en het Copijrecht zouden gemaakt worden, ook zwarigheid moest maken een nieuwen Drukker aantestellen, of althans met de uitgave van een nieuw deel voortgang te maaken; 't is waarschijnelijk, dat deze hinderpaal eerlang, door de openbaare verkoping van het nagelaten fonds des gemelden Heere Vijgh, zal worden uit den weg geruimd, en de Maandelijksche Vergadering verlangt, ter dezer bijeenkomst, den wille der Leden op dit stuk nader te verneemen.
De Maandelijksche Vergadering heeft, ingevolge der vrijheid, aan haar verleend, tot Lid aangenomen, den Wel Edelen Heer P. van Lelijveld P.Z.J.U. & Phil. Doctr., een beminnaar en beoeffenaar der Geschiedenisse, bij zonderlijk van die onzes Vaderlands. Eindelijk moet ik hier nog bij berichten, dat er in het afgelopen Jaar een geheel nieuwe en thans volledige Catalogus van de Boekerij is aangelegd.
Den Secretaris werdt voor dit gedaan verslag dank gezegd, en is besloten het zelve, als naar gewoonte, in de Handelingen te plaatsen.
De Secretaris brengt ter tafel de stembriefjes der Heeren Gecommitteerden, ter beoordeeling van het ingekomen antwoord op de Prijsvrage, in den Jaare 1791 opgegeeven,
Welke zijn de voornaamste zaken, 's Lands Historie betreffende, die door de schrijvers niet, of niet genoegzaam zijn aangeroerd of behandeld geworden, waar door duisternis in de Geschiedenis van ons Vaderland is overgebleven?
De stembriefjes op de bij de Wetten voorgeschrevenc wijze geopend zijnde, bleek, dat de ingekomene Verhandeling den uitgeloovden eere prijs is onwaardig gekeurd, waar op, na gehoudene verdere deliberatie, werdt besloten, de vrage andermaal voortestellen, en daar bij nader te verklaaren, dat de bedoeling der vrage zich uitstrekt tot het geheele ruime veld onzer Vaderlandsche Geschiedenisse, en niet bepaaldelijk tot eenig bijzonder tijdvak derzelve.
Men ging over tot de behandeling der poincten bij den brief van beschrijving voorgesteld.