XII.
Het benoemen van Gekommitteerden.
De Heeren, gekommitteerd tot het beoordeelen der ingeleverde Verhandelingen, worden verzogt hun Stembriefje voor of op de Jaarlijksche Vergadering aan den Secretaris of Briefschryver te bezorgen. Naamelijk
De Heeren Rhunkenius, Tollius en Meerman over de Verhandeling van wylen den Heere Nozeman.
De Heeren Tydeman, Bondam, en de Vos van Steenwijk over de Verhandeling van den Heere Dumbar.
De Leden, welke eenige Excerpten, of eenigen anderen Voorraad, ten dienste van het Woordenboek, mochten gereed hebben, worden verzogt die aan de Maatschappy te doen toekomen dit Jaar, voor het einde van Bloeimaand, om te kunnen gebracht worden in het Verslag der Maandelijksche Vergaderinge, volgens het eerste punt van dezen brief: en die Heeren, welke genegen zijn eene Verhandeling of Dichtstuk, 't zy met hunnen Naam, 't zy onder eene Zinspreuk, in gevolge het beslotene op de Jaarlijksche Vergadering des jaars 1777, aan de Maatschappy toe te zenden, worden verzogt zulks mede voor het einde van Bloeimaaand te doen.
Ik heb de eer van met achting te zijn.
MIJN HEER!
Uw Dienaar CAROLUS BOERS.
Leyden den 30 van Bloeimaand 1792.