Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1790
(1790)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1766-1800]– AuteursrechtvrijVII.Men verkoos tot Lid der Maatschappye den voorgestelden Wel Edelen zeer Geleerden Heere, Petrus Nieuwland, Lector in de Zeevaart- Wis- en Sterrekunde te Amsterdam.
Wyders droeg ter deze gelegenheid de Heer N. Hinlópen voor, dat door Hem in de laatstgehoudene Jaarlijksche Vergadering voorlopig mede tot Lid was voorgesteld de Wel-Edele Gestrenge Heer en Mr. Jan Hinlópen, Secretaris van het Gerecht te Utrecht, en die voorstelling nader by | |
[pagina 4]
| |
Ga naar margenoot+ eene Missive aan den Briefschryver was aangedrongen; maar, door het vermissen dier Letteren, in den Brief van Beschryving is agter gelaten; dat die Omissie, als geheel buiten de schuld des Voorstellers en Voorgestelden beiden, ook niet, dan ten onrechte, denzelven tot nadeel strekken konde, en dat Zijn Ed. dus oordeelde, de Vergadering billijk te mogen verzoeken, om de voorstelling te houden voor wel en wettig gedaan, en op dezelve, als zodanig, de gewoone stemming te laaten volgen.
De Vergadering, de volle billijkheid van dit verzoek beseffende, nam deswege daadelijk een gunstig besluit, en werdt dienvolgens mede eenpaariglijk tot Lid verkozen de gemelde Heer en Mr. Jan Hinlópen. |
|