Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1789
(1789)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1766-1800]– Auteursrechtvrij
[pagina 8]
| |
Ga naar margenoot+men: derzelver ontvang bedroeg Elf honderd Negen en dertig Guldens, een Stuiver en Tien Penningen; en de uitgave Zeven Hondert Twee en Negentig Guldens, Achtien Stuivers en Twee Penningen; zo dat 'er nog in kas bevonden werden Drie Honderd Zes en Veertig Guldens, drie Stuivers, en Acht Penningen: bedragende de nog onbetaalde toelagen eene Somma van Zeventien Honderd Een en Zeventig Guldens. De rekening nagezien en goed gekeurd zijnde, werdt door den Praesident en de Heeren Tydeman en Scheidius ondertekend, en is den Penningmeester voor zyne getrouwe waarneeming dank gezegd. |
|