IX.
De Rekening van den Penningmeester werdt opgenoomen; derzelver ontvang bedroeg ƒ 1485 : 12 : 10 en de uitgave ƒ 682 : 7 : 0 zo dat 'er nog in Kas bevonden werden ƒ 803 : 5 : 10 bedragende de nog onbetaalde toelagen een somma van ƒ 931 : 0 : 0.
De Rekening naargezien en goedgekeurd zijnde, werdt door den Voorzitter en de Heeren Tydeman en Parvé ondertekend; zijnde den Penningmeester voor zyne getrouwe waarneeming dank gezegd.