XI.
De Rekening van den Penning-Meester werdt opgenoomen; derzelver Ontvang bedroeg ƒ 1302:4:6. en de Uitgave ƒ 425:11:12. zo dat 'er nog in Kas bevonden werden ƒ 876 : 12 : 10. bedragende de nog onbetaalde toelagen ƒ 931 : 0 : 0.
De Rekening, nagezien en goedgekeurd zijnde, werdt door de Heeren Fontein en Parvé, benevens den President ondertekend; zijnde den Penning-Meester voor zyne getrouwe waarneeming dankgezegd.