V.
De Heer Calkoen, als de eerstbenoemde der Gecommitteerden nopens de bedenkingen op het onderwerp, in de vorige Jaarlijksche Vergadering gekozen, om ter Stoffe voor eene Prijsverhandeling dit Jaar te worden opgegeven, deelde der Vergaderinge de bedenkingen van Gecommitteerden mede, en gaf, by dezelven, reden, waarom men van oordeel zoude zijn dat de Vrage dus behoort te worden voorgedragen:
‘Welk een invloed heest de toenemende Koophandel der Republiek, van derzelver oprichting af, gehad op den Physiquen en Politiquen Staat van het Land - op de Denkwijze, Zeden, en Taal der Ingezetenen’?
Men besloot de Vrage op deeze wyze vasttestellen, om beantwoord te worden voor den eersten van Wijnmaand des Jaars 1786.