bundel waarin de doodzieke schrijver zich weet te verzoenen met het onontkoombare noodlot door de troostende kracht van de schoonheid en het Boeddhistische erbarmen. Sommige van die verhalen behoren tot de beste die hij geschreven heeft.
In de literatuur rond 1900 was de drieslag ‘heden - verleden - toekomst’ een regelmatig voorkomend en belangrijk motief. Dat geldt ook voor drie romans van Couperus uit die tijd. In haar analyse van Metamorfoze, De stille kracht en Van oude menschen en de dingen die voorbijgaan ... laat Jacqueline Bel zien hoe Couperus Indië telkens op een ander manier inzet, en zich daarbij openbaart als een visionair die over de grenzen van de tijd heen kan kijken. Dat biedt misschien ook een verklaring voor het opmerkelijke verschijnsel dat deze werken zo goed aansluiten bij nieuwe theorieën die de laatste decennia in de literatuurwetenschap populair zijn geworden.
Pamela Pattynama tenslotte beschouwt De stille kracht tegen de achtergrond van de veranderende Indische samenleving rond 1900. De Europeanisering deed zijn intrede en rekende hardhandig af met de traditionele Indische verhoudingen, waarin concubinaat en rassenvermenging de norm waren. De afkeer van ‘raciale verloedering’ en zijn eigen verleden die het hoofdpersonage Van Oudijck vertoont, kan verklaard worden uit de opgang van de ‘moderne’ westerse ideeën.
Omdat alle vier artikelen in meer of mindere mate gaan over de Indische wereld van Couperus is het onvermijdelijk dat er een zekere overlap is in de keuze van de behandelde boeken en soms ook citaten uit zijn werk. Het heeft als voordeel dat de artikelen als aanvulling op elkaar gelezen kunnen worden, terwijl bovendien duidelijk wordt dat zijn werk een onuitputtelijk bron is van nieuwe interpretaties en inzichten.
Dit nummer is rijk geïllustreerd. Daarvoor bedanken wij in het bijzonder het Koninklijk Institituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde te Leiden en het Letterkundig Museum te 's-Gravenhage. Wij verwijzen in de tekst naar de herkomst van de foto's met de bekende afkortingen KITLV en LM.
Tot slot nog een verheugende mededeling. Vilan van de Loo, oud-lid van de redactie, die jarenlang de website van Indische Letteren heeft verzorgd, en die nog regelmatig voor onze Werkgroep lezingen houdt, is op 14 januari aan de Universiteit Leiden gepromoveerd op het proefschrift Melati van Java, dochter van Indië. De redactie feliciteert haar hiermee en hoopt dat de handelseditie van haar proefschrift spoedig zal verschijnen.
De volgende Indische letterenmiddag is op vrijdag 9 mei in Leiden, waar onder anderen Peter van Zonneveld en Frans Schreuder zullen spreken. Meer informatie hierover vindt u aan het eind van dit nummer.