[Nummer 4]
Redactioneel
Dit nummer van Indische Letteren bevat de tekst van de lezingen gehouden op het drukbezochte symposium ‘Humor in de Indische letteren’ te Bronbeek (op 26 september 1999). De artikelen bestrijken de periode van circa 1850 tot heden en stellen allerlei soorten humor aan de orde, van oubolligheid tot harde satire. Zelfs, of liever, juist onder het Japanse juk, zochten sommige auteurs hun bescherming in de humor. Natuurlijk ontbreekt de Indische humor van Tjalie Robinson niet, evenmin als de milde en onderkoelde humor van A. Alberts en F. Springer. De afbeelding op de omslag is dezelfde als die op onze affiche, ontworpen en gemaakt door de tekenaar Peter van Dongen, vooral bekend als maker van Rampokan: Java (1998).
Op 7 november j.l. overleed onze medeoprichter en inspirator Rob Nieuwenhuys na een lang en werkzaam leven. Hij werd in stilte begraven, waarbij ook redacteuren van ons tijdschrift aanwezig waren. Peter van Zonneveld zal onze nestor in een In memoriam herdenken.
Omdat onze Werkgroep volgend jaar haar 15-jarig bestaan viert, overwegen we ons jaarlijkse Bronbeek-symposium te wijden aan Rob Nieuwenhuys' leven en werken en aan zijn betekenis voor de beoefening en bestudering van de Indische literatuur. Immers een terugblik en een toekomstverkenning zijn ondenkbaar zonder het werk van Rob erbij te betrekken.