Hulpboekje om de Russen en Kosakken goed te verstaan: in het Hollandsch en Russisch naar de Hollandsche uitspraak gesteld

IV. Kleederen en Linnengoed.

Een Halsdoek	Gahlstuhk, Halstuk Koszinka
Een paar Handschoenen	Pertschatki

[p. 12]

Een Hemd	Rubaschka, Sorohtschka
Een Broek	Schtani, nishnee plahtie ispodniza
Een Hoed	Sehljapa
Een Rok	Kaftan
Een Mantel	Plaschtsch
Een Zakdoek	Platock
Den paar Schoenen	Baschmaki
Een paar Sporen	Schposi
Een paar Laarzen	Sapogi
Een paar Kousen	Tschulki
Een Overrok	Szertuk
Een Waschvrouw	Pratschka
Linnengoed, Doeken	Biälje
Een Vest	Kamsohl
Een Kleed	Plahttie
Een Muts	Schuhpka
Linnen	Belioh
Knoopen	Puggowizzi
Knoopsgaten	Pähili
Een Boezelaar	Perednik
Naalden	Buluhska
Lijnwaad	Cholstihna
Een Snoer of Veter	Schnurok
Een Nachtmuts	Kalpahk
Een Paruik	Parihk
Kragen	Worotnihk
Borstlap	Fufaika
Zijde Kousen	Scholkowie tschulki
Garen Kousen	Nihtennie tschulki

[p. 13]

Kousebanden	Podwahski
Sokken	Karpetti
Gespen	Prähshki
Kuitgespen	Schlisniha prahshi
De Mouwen	Rukafhf
De Opgeslagen	Obschlagah
	Lahzkani
De Zakken	Karmahn
De Hemdsknoopen	Sahponki
Een Klederborstel	Schtschotka
De Oorringen	Szergi
Naalden	Bulafkan
Een Naainaald	Igolka
Een Vingerhoed	Naperstok
Zijde	Soholk
Roode zijde	Szirez
Een Regenscherm [Paraplui]	Sontik
Fijn Lijnwaad	Polotnoh