ruimte, gevuld met water. Elke stoomboot kan van 1 tot 1½ millioen fusten petroleum bevatten.
Als een ‘tank-steamer’ in een haven aankomt, wordt de olie gepompt in vergaderbakken dicht bij het dok. Ieder weet hoe moeilijk het is olie zoo te bewaren, zonder dat zij weglekt. Als de tijd er toe gegund wordt, kan olie haar weg vinden door alles. In Liverpool, waarvan de haven na Londen misschien de grootste hoeveelheid petroleum ontvangt, zijn deze bakken in de rots gehouwen, in het verre noorden van de haven. Behalve vijf ontzaglijke ijzeren bakken zijn er nog 60 kamers uitgehold, waarvan elk omstreeks 1000 vaten olie kan bevatten. Een vernuftig systeem van gemetselde muren en vloeren maakt het ontsnappen der olie bijna, ofschoon niet geheel onmogelijk.
Het denkbeeld om olie zoo lang mogelijk opgesloten te houden, opdat zij met geen vreemde bestanddeelen in aanraking zal komen, is verder ontwikkeld door het oprichten van kleine depots en door het afleveren van de olie in speciale wagens aan de klanten. De olie wordt door zulke treinen of booten vervoerd; men vult ze in de kleine depots en de petroleumtreinen leggen
een brandende oliebron.
dan dagelijks of wekelijks een rondreis af, zoodat de aanvoer niet onderbroken wordt. Wij kunnen ons een klein denkbeeld vormen welk een enormen tak van nijverheid de petroleum uitmaakt, als men in aanmerking neemt dat de Anglo-Amerikaansche Oliemaatschappij niet minder dan 175 depots bezit en over de 250 spoorweg- en meer dan 400 gewone wagens in gebruik heeft. Hoe is deze verbazende industrie tot stand gekomen? Om deze vraag te beantwoorden moet men een blik werpen op het leven van de Rockefellers en hun deelgenooten, die met de Nobels in Azië de oliekoningen der wereld zijn.
John D. Rockefeller is het hoofd der Oliemaatschappij - the Standard Oil-Company. Hij is een der rijkste mannen van de wereld, in zijn manieren eenvoudig en zelfs terughoudend, scherpziende, energiek en ijverzuchtig, een echt Amerikaan, een goed vader, die zijn kinderen eenvoudig opvoedt, een Baptist van godsdienst en vorstelijk maar voorzichtig in zijn liefdadigheid; hij gaf in de laatste jaren zeven millioen dollars aan de universiteit van Chicago.
Veertig jaar geleden had hij slechts een kleine raffinaderij in Cleveland, Ohio. Met zijn broeder William richtte hij na vele mislukte pogingen de Standard Oil-Company op. Hij vond de nieuwe methodes uit om de petroleum te vervoeren en te verbeteren. De financiër is echter William Rockefeller, de tegenwoordige president der maatschappij. Evenals zijn broeder is hij huiselijk van aard, maar bovendien een vurig sportsman; alle dagen kan men hem zien rijden op een der mooiste paarden van Amerika. Hij is een man met een helder, zuiver oordeel. Hij bezit een kapitaal van twaalf millioen pond en heeft een inkomen van 500000 pond of 6000000 gulden in het jaar. Dan heeft men nog den heer Henry Flagree, een lid van het bestuur, die de zoon was van een presbyteriaansch predikant in New-York, die 14 jaar oud de wijde wereld inging, als graanhandelaar begon in Cleveland en daar een zwaren strijd te voeren had, die in Florida groote bezittingen heeft en daar de prachtigste hotels, die er op de wereld bestaan, heeft gebouwd.
Een andere oliekoning is de 80-jarige Mr. Wallace C. Andrews, die zich uit de zaken heeft teruggetrokken, maar eenige jaren geleden een zeer invloedrijk personage was in de olie-industrie. Hij heeft de New-York Steam-Company opgericht, die pijpen gelegd heeft onder de voornaamste straten van New-York en stoom levert aan allen die ze noodig heeft, zooals men gas en water levert.
Het middelpunt van de Aziatisch-Russische petroleumindustrie is de stad Baku. Hier wordt meer ruwe petroleum gewonnen dan in Amerika. Bijna het geheele Russische volk dankt daaraan zijn kunstlicht, want gas is weinig bekend buiten de twee of drie groote steden van het rijk.
De Russische olieverkoopers hebben niet zulke volmaakte middelen van vervoer als de Amerikanen. Een man echter heeft de industrie in Rusland tot een trap van groote ontwikkeling gebracht. Deze man is Ludwig Nobel en Zweed van geboorte. Als knaap in Baku gekomen, troffen hem de kansen tot uitbreiding dezer industrie en hij wijdde