Hoorns Liedt-boecxken
(1659)–Anoniem Hoorns Liedt-boeckxen– AuteursrechtvrijVol stichtige Bruylofts-sangen, Met noch eenighe rijmen op ‘t Leverken
[pagina 21]
| |
Wy wenschen u al vooren
Geluck en vree,
Bruyd’gom en Bruydt verheven
In desen Echten staet,
Dat ghy die mooght beleven
Met vreughden vry van quaet:
V met reyn liefd’ omgorden
Als Man en Wijf,
Want ghy nu zijt geworden
Twee zielen in een lijf.
2 Wel zaligh zijt ghy bevonden
Die Godt onsiet,
En doet tot allen stonden
‘t Welck hy gebiedt,
Door ‘t werck ‘t welck ghy suld drijven
Werdt ghy seer wel gevoedt,
V doen sal wel beklijven,
Spoedigh met overvloedt:
V Wijf sal gelijck wesen
In uw’ huys seer verblijdt,
Den Wijnstock uytgelesen
| |
[pagina 22]
| |
Die vrucht draeght t’sijner tijdt.
3 aen den disch in een kroone
Sullen voortaen,
Als Olijf-spruyten schoone
Dijn Kind’ren staen.
Ghy sult uyt uwen zade
Kindts kind’ren sien seer goedt,
Ende door Godts genade
Geluck vreed en voorspoedt,
Die sal u steedts omringen
Hoort na mijn stem,
En vrolijck overbringen
In ‘t nieu Jerusalem.
Een is meer dan al. |
|