Hoorns Liedt-boecxken(1659)–Anoniem Hoorns Liedt-boeckxen– AuteursrechtvrijVol stichtige Bruylofts-sangen, Met noch eenighe rijmen op ‘t Leverken Vorige Volgende Gebedt voor de Maeltijdt. Nae den 34. Psalm. Alle oogen met vlijt Wachten, o Heer, op uwen Naem, Op dat ghy hem spijse bequaem, Geeft t’aengenamer tijdt: Almachtigh Vader goedt, Die ‘t al geschapen hebt uyt niet, En noch stedes alsoomen siet Onderhoudt en behoedt. 2 Die u volck Israël In ‘t woest spijsde met Manna soet, En uyt den Steen met Water goet Lested’ haer dorst wel, [pagina 6] [p. 6] Tot ons u zegen streckt, Dat wy uw’ heylige gaven fijn Gebruycken so wy schuldigh zijn Met danckbaerheydt perfect. 3 Daer door wy u alleyn Eeren, met vreesen kinderlijck, En kennen onverhinderlijck Aller goeden Fonteyn. Voor al dijn heyligh Woordt Onser zielen eeuwige broodt, Bereyd door Jesu Christi doot, Laet ons rusten nu voort. Een is meer dan al. Vorige Volgende