‘Laat iets wat niet bestaat er alsjeblieft buiten,’ reageerde Beem korzelig.
Die heeft nota bene een artsenbul maar is zo naïef als een kind, dacht hij met plotselinge vertedering.
‘We tillen haar op en leggen haar op bed, kom op Jim, één twee drie!’ Het kleine geheel verstijfde lichaam bevond zich nog steeds in zittende houding.
‘Om achterdocht te vermijden moeten we haar even rechtbuigen.’
‘Dit alles geeft me geen prettig gevoel, dokter Beem,’ zei Jim schor.
‘Geen tijd voor sentimenten Jim.’
Beem pakte haar linkerbeen en boog het recht. Met een droog knappend geluid brak de knie.
Een dikke oude boomtak die je breekt, dacht Jim.
Daarna forceerde Beem het hoofd omhoog, weer een krak.
‘Jim breek jij de andere knie.’
Jim gehoorzaamde, zijn handen trilden, zweet parelde op zijn voorhoofd. Krak, klonk het weer.
‘Nu moeten we het bekken nog recht krijgen, help me Jim, nu moeten we even kracht zetten.’
Een heftig knappend geluid weerklonk.
De kleine gedaante lag nu ruggelings op het bed, in haar hals een paarse bloeduitstorting.
‘Zo, die is weer netjes recht,’ constateerde Beem.
Er werd aangeklopt, een verzorgster kwam binnen. Verbaasd keek ze naar de beide artsen.
‘We zijn net binnen,’ zei Beem. ‘We wilden controleren hoe het met mevrouw Meuleman is na haar recente hartaanval. Zojuist hebben we geconstateerd dat ze ongeveer anderhalf uur geleden is overleden.’
‘O wat erg, moet ik nu...’
‘Je moet niks, ga maar weg, we zijn in bespreking,’ onderbrak Beem haar.
Hij dacht aan zijn lege huis. Alles had Tanja meegenomen, geen kopje, mes, vork, pannetje, niets had ze achtergelaten. Zelfs geen stoel, zijn bed was weg. Het serpent had een oude slaapzak op de grond laten liggen, dat was goed genoeg voor hem.
Ze was verkwistend. Hij was genoodzaakt de goedkoopste auto aan te schaffen, een Moskvitch, een Russisch bakbeest dat zwaar stuurde. Ze had geen rijbewijs, anders was hij die auto ook kwijtgeraakt. Maar nu was er vrijheid.
Twintig jaar lang had die pathologische querulante zijn leven verziekt. Versmeten jaren. De eindeloze concessies die hij had gedaan om de lieve vrede te bewaren! Hij vervloekte zijn lafheid.
Hun eerste huwelijksjaar was redelijk geweest. Na Peters geboorte was het tussen Tanja en hem snel bergafwaarts gegaan. Toen openbaarde haar ware aard zich.
‘Mama heeft een ander,’ had zijn zoon verteld.
‘Leuk voor mama, een ramp voor die ander,’ had hij gereageerd. Johnny zijn tweejarig kleinzoontje zat in een hoge kinderstoel te krijsen. Grootvader was hij! Hij voelde geen enkele affiniteit met dat roodharige jochie.
In de spiegel gaf hij zichzelf hooguit vijfenveertig. Tijd die jeugd opbouwt en ouderen afbreekt, dacht hij verbitterd.
Jammer dat Peter, die enig kind was, niet had willen studeren. Hij was gesprekstelegrafist geworden op het hoofdkantoor van de ptt op de dam.
‘Dokter Beem?’ Hij schrok van Jims zware stem.