nomisch recht, maar ze er ook voor geënthousiasmeerd. Hoewel hij zichzelf geen goede docent achtte, maar het staat wel vast dat hij zeker voor de uitblinkers onder zijn studenten een voortreffelijke leermeester was en meer dan dat: een bezieler. Hij heeft ook veel wetenschappelijk wetk verzet en was onder meer hoofdredacteur van de fameuze ‘Studies over internationaal economisch recht’, een op initiatief van Jan Tinbergen opgezette reeks. Juist het door hemzelf geschreven deel 16 heeft nog veel waarde behouden, mede doordat het ten dele een rechtshistorische opzet heeft. Het werk waardoor hij het meest bekend is geworden, is zijn samen met P.J.G. Kapteyn geschreven Inleiding tot het recht van de Europese Gemeenschappen, verreweg het belangrijkste Nederlandse handboek over Europees recht. Gaandeweg is het auteursteam uitgebreid, en de titel veranderd in Het recht van de Europese Unie en van de Europese Gemeenschappen, maar aan de vijfde, in 1995 verschenen, druk heeft de toen 79-jarige Verkoren nog actief medegewerkt.
VerLoren bekleedde het hoogleraarsambt tot hij in 1981 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Hij sloot zijn universitaire loopbaan af met de rede ‘Tussen werkelijkheid, kunst en wetenschap’ waarin hij op lichtvoetige wijze meanderde tussen zijn geliefde belangstellingsgebieden recht, muziek, toneel, literatuur, beeldende kunst en architectuur. Kort na zijn pensionering als hoogleraar werd hij benoemd tot advocaat-generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, en wel voor zes jaar, op een plaats waar afwisselend uit verschillende kleinere lidstaten afkomstige functionarissen worden geplaatst.
Dat deze functie net op dat moment voor een Nederlander beschikbaar kwam, was een soort geschenk uit de hemel. Een geschenk voor de Nederlandse regering, die met een kandidaat van allure voor de dag kon komen, voor het Hof, dat honderden malen voorlichting kreeg die zo objectief en zo gedegen was als men zich maar kon voorstellen, en ten slotte ook voor de benoemde zelf. Het werk lag hem en de vele conclusies die hij in die zesjarige periode over de meest uiteenlopende onderwerpen nam, vormen een prachtige bekroning van zijn oeuvre.
Van 1973 tot 1980 was VerLoren hoofdredacteur van sew. Hierbij kon hij een van zijn stokpaardjes botvieren. Hij maakte een minutieuze planning en zorgde dat daaraan strikt de hand gehouden werd. Bij zijn afscheid als hoofdredacteur schreef een mederedacteur een treffende diagnose: ‘Zowel de naam als de uiterlijke verschijning van VerLoren van Themaat zouden een wat aristocratische indruk kunnen wekken, terwijl zijn optreden op het eerste gezicht misschien autoritair lijkt. Des te opmerkelijker is zijn overtuigd democratische inslag.’
VerLoren hield van orde. De functie die qua aanduiding het best bij hem paste was waarschijnlijk dan ook die van directeur ordeningsvraagstukken, en niet voor niets heette de hem bij zijn afscheid van de universiteit aangeboden feestbundel ‘In orde’. Hij was geen typische systeemdenker, maar wel iemand die systematiseren belangrijk vond, en dat ook goed kon. Tussen zijn verschillende aandachtsgebieden legde hij graag verbanden. Theorie interesseerde hem, maar de praktijk nog meer, omdat hij daarin kon meewerken aan een beter Europa en een betere wereld.
In het licht van het bovenstaande komt de door Florus Wijsenbeek in Hollands Maandblad te berde gebrachte bijnaam ‘Pierre Perdu’ voor VerLoren mij even onbegrijpelijk als onbekend voor. Ik ben gedurende vele jaren eerst medewerker en later collega van VerLoren geweest. Het naamgrapje latend voor wat het is, kan ik verzekeren dat ik nooit ook maar een spoor van verstrooidheid bij hem heb ontdekt, laat staan dat deze legendarisch was. Wel ben ik Wijsenbeek erkentelijk dat hij mij - naar aan te nemen is onbedoeld - ertoe heeft gebracht een bijdrage te leveren aan het bewaren van de herinnering aan iemand die geenszins een verstrooide professor was, maar een vooraanstaande figuur in een moderne tak van de Nederlandse en internationale rechtswetenschap en een belangrijke bouwer aan het zich - ondanks tegenvuur - verenigende Europa.