i - Je hoort vaak dat lelijke gebouwen met de tijd mooier worden. Maar is de
kerk van 't Zand niet nog precies even lelijk als dertig jaar geleden?
ii - Ook waar het oog al vaak is geweest, zie je nieuwe dingen. Waarom staat het
woord ‘gewerkt’ in grote witte letters op de zijgevel van het gebouw naast de
Zeevaartschool op de Prins Hendrikkade?
iii - In de metro zat een Chinees In de ochtend van het leven van Theo Thijssen
te lezen. Zag ik dat goed?
iv - In Praag heeft een man gewoond aan wie men zijn dromen verkopen kon.
Voor een goede droom had hij wel tien kronen over. Ook voor de mijne?
v - Wat doen oliebollenverkopers in de zomer?
vi - Op de tv zag ik de herhaling van een reportage over de uitreiking van de P.C.
Hooftprijs aan Gerard Reve. Indertijd was het een directe uitzending en ook nu
weer verscheen de mededeling in beeld dat de beeldverbinding was verbroken.
Wat betekent zoiets?
vii - Er bestaat literatuur waarin veel werk wordt gemaakt van de gedachte dat je
in het woord ‘stoel’ niet kunt zitten. Zou je uit het woord ‘glas’ kunnen drinken
of niet kunnen drinken?
viii - Hoe is het mogelijk dat Nabokov zelf niet zag dat hij geen groot dichter
was?
ix - ‘Wij horen,’ zei Tim Krabbé een keer tegen mij, ‘tot de zeldzame mensen die
elkaar hebben geïnterviewd.’ Maar hoe zeldzaam is dat eigenlijk?