Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Aanzoek Co Woudsma Schitterend onbelangrijk is het leven, een schilderij dat niets voorstelt. Beschimmeld bolletje in een enorm heelal! Wieren, sponzen, varkens, mensen. Hoe niets een zesmiljardste van de mensheid, twee zesmiljardste. En hoe oneeuwig een eeuw, een heel dun laagje rots. Dus waarom niet met mij een cola drinken? Dus waarom niet met jou achter een struik en voor de wet getrouwd? Het raken De zomer is voorbij, muggenbloed siert al mijn wanden. Buiten volg ik het gestolde spuug, een speurtocht naar de supermarkt en weer naar huis. Gehoest, ik hoest terug, zo blijft mijn adem onbesmet. Maar onder vrienden zal ik moedig zijn, doop ik mijn brood in algemene kaasfondue. [pagina 73] [p. 73] Platonisch Onze breinen liggen op een tafel, dicht bij elkaar, volstrekt gescheiden. Onze hersenen: vadsige kluiten. Kunnen we denken wat we willen? We denken aan elkaar, sprietjes ontspruiten, twijgjes reiken, weelderige stengels groeien en grijpen. Nu zijn we een. Met elk, ergens, een lijf op afstand. Schemertijd Graag zou ik eens naar binnen willen als de lampen branden in een gewone flat. Het broertje en het zusje zeg ik kalm gedag. Ik ben dan niet meer slechts een collectant maar maak [of: leef?] het leven mee. Ik zal me echt gedragen en afscheid nemen na een kopje thee. Vorige Volgende