Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] ze had het over groen Antoine de Kom de bladeren het gras waarin ze lag en over het geluid dat haar met zachte stem dicht was genaderd. kijk zei de stem treinen zijn er en een spoorlijn voor wie moe is van de lange hoge gangen zonder einde de banken langs de wanden waar je wacht. en als je goed kijkt zei de stem dan raast de trein ook 's morgens door de zaal en niemand wordt geraakt nee niets. ja zei de stem: treinen zijn lief en zacht en zelfs behaard een zachte vacht en armen die je dragen bijvoorbeeld naar het warme gras? toen stond ze op. ze hield me vast. je neemt zei ze je neemt toch wel de weg waar de trein niet komen kan? zij was er niet meer bij toen mannen en vrouwen jaren geleden uit de paviljoenen achter de duinen zijn vertrokken naar de grote stad. de stad die je opneemt met klaarlichte woorden en waar de daken zijn bekleed met gras de straten gestoffeerd naar de meren leiden waarlangs dames en heren flaneren in het zonnetje. als hun hoofden vol en zwaar mochten raken of hun geest het niet meer houden kan dan zorgen wij dat treinen hun spoor niet verlaten dat ons geliefde gras gras is en die rare stem van zonet verjagen we als nare slang. [pagina 49] [p. 49] je bent het meisje met de glazen vis de gele vis die heel graag vis wou zijn het kleine meisje ben je met de grijze beer die altijd naast je op de boeken bij je bed je blijft het meisje met de stenen kat die overal iets van te zeggen had en met ons ben je ook het boek van nooit meer samen zoals toen. je ligt zo naar. wij kunnen bijna niet meer staan we ademen je na als jij niet meer en langer dan je kon dat kan toch wel? wie was het die vertelde dat leven toch misschien geen sterven is? of dat we zoekend naar je brekende woorden wel vergeten moesten wat je zei of zou of toch nog heel erg wou: misschien gewoon met ons aan het ontbijt. straks tillen ze je weg. jij? weggetild? we weigeren. je blijft. vanavond in het donker zijn we samen ook al is het de verkeerde trein. we weten wel dat dit het foute perron is. dat je hiervandaan niet terug kan keren. we zijn al ingestapt. nu deint de deinende wagon. hij lijkt wel stil te staan. en in de spiegel van het raam is het te zien: er fietst een meisje met ons mee. ze fietst zo fijn en ver en vrij ze glimlacht wat omdat ze zo bij ons? Vorige Volgende