kortom een levensgroot politiek probleem erbij. En hij is niet de enige.
De gure wind die thans door de Berlijnse Republiek waait, geldt ook het groene idool Joschka Fischer. Deze held van '68, die jarenlang bovenaan de lijst van populairste politici stond, is hevig in opspraak geraakt door de visa-affaire. Duitse consulaten in Oost-Europa bleken onder Fischers verantwoordelijkheid massaal visa te hebben verstrekt, ook aan criminelen. Iedereen die dat wilde, werd toegelaten in Duitsland, zonder dat antecedenten werden gecontroleerd. Volgens de Groenen konden de deuren niet ver genoeg open staan voor immigranten. Op Buitenlandse Zaken wordt nu gesuggereerd dat de hoogste baas, Fischer, persoonlijk opdracht had gegeven om het immigratiebeleid te versoepelen. Dat druiste dwars in tegen de koers van de spd die gezien de werkloosheid juist kopschuw is geworden voor immigranten. Het schandaal is zo hoog opgelopen dat Fischer nu onderwerp is geworden van een parlementaire onderzoekscommissie. Daar komt bij dat hij vanwege zijn barse bestuursstijl op het eigen ministerie onder vuur is komen te liggen van een groeiend deel van het corps diplomatique.
Het was vooral door Fischers deconfiture dat de nauwe liaison tussen pers en politiek pijnlijk begon te worden voor Die Zeit. Nu Fischer afbladdert en Schröder er maar niet in slaagt de vruchten van zijn (voorzichtige) hervormingsbeleid te plukken, lijkt rood-groen definitief voorbij zijn hoogtepunt. Het zenit is overschreden, daarover zijn alle waarnemers het eens. Zelfs de veranderingsresistente politieke redacteur van de koppig-linkse Frankfurter Rundschau, liet zich eind maart voorafgaand aan een Internationaler Frühschoppen, een live discussie van journalisten op de Duitse televisie waaraan wij beiden deelnemen, ontvallen: ‘Het wordt niets meer met die twee.’
Tempora mutantur, nos et mutamur in illis: de tijden zijn veranderd en wij zijn mee veranderd. Dit verklaart waarom de leiding van Die Zeit het raadzaam heeft geacht om op tijd enige distantie te betrachten tegenover het voormalige koningskoppel in Berlijn en de banden met de christen-democratische oppositie aan te halen. Daarmee heeft het blad geprobeerd weer aansluiting te vinden bij het merendeel van de opinieleiders in Duitsland. In augustus 2004 nam alweer een nieuwe hoofdredacteur het heft in handen: dit keer de snelle Giovanni di Lorenzo, een Italiaanse Duitser, afkomstig van de links-liberale Der Tagesspiegel in Berlijn.
Sinds de komst van de 46-jarige, maar nog altijd jeugdig ogende Di Lorenzo, worden de grote interviews en analyses in Die Zeit veelal mede door de hoofdredacteur zelf en diens adjunct Bernd Ullrich gemaakt - ook hij komt van de Tagesspiegel. Deze wisseling van de wacht is een vooruitgang. Die Zeit oogt levendiger, en de kritische geest is teruggekeerd in de kolommen. Beide hoofdredacteuren durven, al dan niet gesecondeerd door ‘gewone’ redacteuren, Schröder wezenlijk harder aan de tand te voelen dan voorheen het geval was.
Ondertussen weet de kanselier heel goed dat het tij verloopt en dat hij de bakens dient te verzetten. Net als Die Zeit heeft ook de regering vorig jaar gekozen voor vernieuwing: met de introductie van ‘Hartz iv’, het nieuwe werkloosheids- en uitkeringsstelsel, is na jaren praten eindelijk de aftrap gegeven voor een echt hervormingsprogramma (Agenda 2010). Het klinkt goed, maar de cijfers liegen er dan ook niet om. De reële werkloosheid in Duitsland, inclusief alle werkverschaffingmaatregelen voor langdurig werklozen (ABM-Stellen), bedraagt op jaarbasis geen 5,2 miljoen zoals de officiële statistieken willen, maar allang 6,5 miljoen personen, meer dan tien procent van de beroepsbevolking. Intussen kwakkelt de economie voor het zoveelste jaar op rij, zonder uitzicht op herstel. (Het enige dat nog groeit, is de export, maar de binnenlandse consumptie stagneert hopeloos.)
Volgens een recent rapport van de Europese Commissie is de Bondsrepubliek wat betreft economische groei afgezakt naar de laatste plaats van de eu. Daar komt bij dat Berlijn voor de vierde keer op rij de stabiliteitscriteria geschonden heeft. Tandenknarsend moeten Duitse politici van alle partijen erkennen dat de vroegere locomotief van Europa nu als achterste slaapwagen mee sukkelt, met alle gevolgen van dien voor buurlanden zoals Nederland die economisch afhankelijk zijn van de economische prestaties in Duitsland.
Geen wonder dus dat Die Zeit op het gebied van de binnenlandse politiek de steven heeft gewend.