| |
| |
| |
De schepping
Tussenteksten voor een uitvoering van ‘Die Schöpfung’
door Ger Thijs
Personen
god - in de persoon van de dirigent |
de duivel - dat is de verteller |
de aartsengelen - solisten |
de engelen - het orkest en het koor. |
(De goddelijke dirigent komt op, de duivelse verteller achter hem aan.)
(God reageert niet, Hij reageert nooit - Duivel tegen het publiek)
Hij gaat de schepping doen.
De schepping van de wereld!
(Tegen God)
Daar ben je veel te oud voor.
Je hebt toch niet gedronken?
moet er weer wat geschapen worden,
en dat wordt dan allemaal vals en ongelijk,
omdat jij niet helder uit je ogen kijkt.
Je hebt het eerder geprobeerd
dat ben je toch niet vergeten?
- dat was de grootste misser -
en het is altijd verkeerd afgelopen.
Natuurlijk, je verveelt je,
maar daar is toch wel wat op te vinden?
(Tegen publiek)
Hij luistert niet naar me
dat heeft hij nooit gedaan.
(Duivel naar koor en orkest)
Luisteren jullie dan naar me
want jullie kunnen hemels musiceren
(Orkestleden zijn gehoorzaam aan God)
daarom is het nooit wat geworden in die hemel
daarom ben ik er van tussen gegaan
ik hield het niet uit tussen jullie bangeriken.
die steeds maar lof zingen van die ouwe heer!
reageren op elke beweging van zijn
(Begeeft zich tussen de musici)
(Wordt door de muzikanten weggemept. Duivel gaat naar solisten)
| |
| |
Gabriel, gewone engel, maar met
jullie staan natuurlijk ook weer klaar
om zijn schepping te gaan toejuichen.
Kijk naar die god van jullie,
dat kan toch nooit wat worden met die
dat is toch tot mislukken gedoemd
ik ben de Heer van de herrie
de baas van gepiep en gekrijs en gejoel
bij mij mag je vals zingen
bij mij mag alles door elkaar
(Probeert te dirigeren, maar het orkest zet in op een teken van God)
| |
De eerste dag
Wat heeft hij helemaal gedaan?
Hij heeft een bol gemaakt
dat is niks nieuws onder de zon
doet hij altijd als hij zich verveelt
gedachteloos bolletjes maken van hemels stof
die hij dan het heelal in keilt
een hele melkweg verveling
wordt het niet tijd voor wat anders dan die
waarom niet eens een blok bijvoorbeeld,
die door het heelal kantelt,
Een bol weer, goed een bol, ik zeg al niets meer.
Aarde, wat is dat nou voor naam?
je krijgt er een zwarte tong van.
Ik probeer het nog één keer:
slinger dat ding nu meteen het heelal in
dan blijven wij hier lekker in het niets
die de hele dag zingen hoe goed jij bent
ik heb daar geen moeite mee
als ik 's avonds maar mag zitten naast die daar
(Wijst naar mooie violiste)
en haar gevoelige snaren mag bespelen.
Dat heeft jou de macht gekost
die belangstelling voor de engelen
(Tot orkest)
Wat heeft hij nu weer bedacht?
(Gigantische klap licht, duivel tuimelt naar achteren)
Onmiddellijk uitdoen, dat licht!
Zijn jullie gek geworden!
Waar blijft de duivel, waar blijf ik,
Waar blijft het geniep, het stiekeme, het
alles wat het licht niet kan velen
(Pleitend, naar God toe)
Bovendien: als er niet alleen donker is
dan moet je daar wat mee,
dan kun je daar natuurlijk niet van afblijven,
dan moet je dat weer laten afwisselen,
donker en licht, donker en licht.
Waarom niet gewoon donker, als vroeger
donker altijd, donker eeuwig.
| |
| |
| |
De tweede dag
Nu heb je wel dat bolletje
Zie je, daar had je niet bij stilgestaan!
(Tegen publiek)
Hij maakt een groot gewelf boven het water
(Tot God)
nu kan je wel aan de gang blijven
Besef je nu waar je aan begonnen bent?
Ik voel het aan mijn water.
Dat loopt net zo slecht af
en op de zon is het erg slecht afgelopen.
(Heftige stormen)
meteen het gedonder in de glazen
en wat hebben we nu al allemaal?
En hij dacht dat het goed was
en ik zag dat het niks was.
(Gaat naar orkest)
En dit vinden jullie mooi?
Dit vinden jullie helemaal top van God?
| |
De derde dag
hoe heet het daar ook weer
daar kun je je een eeuwigheid mee bezighouden
daar kun je allerlei spelletjes mee doen
je mengt wat aarde en water
en maakt er een vormpje van
je mengt wat dag met wat nacht
en je hebt een herfstmorgen
zo is er van alles te bedenken!
Die God kan nergens met zijn tengels vanaf
Natuurlijk, het is een grote geest,
daar zul je mij niet over horen,
als hij maar van ophouden wist.
(Licht gaat snel aan en uit)
als je het licht hebt uitgevonden,
gaat iemand met het knopje zitten spelen
(Licht aan en uit)
(Licht aan en uit)
(Licht aan)
Tureluurs wordt ik ervan.
hij laat het water op een plek samenstromen
om ook wat droge grond te hebben.
Moet je horen hoe dat bruist
| |
| |
Kom je nog?
(Laat zich even gaan)
Ja, laat hem maar schuiven, die God,
(Betrapt zichzelf)
Je maakt de dingen alleen maar nodeloos
waarom laat je de bal niet gewoon een waterbal
die spattend door het heelal scheert
waarom moet er zo nodig land bij?
En dan moet er natuurlijk ook weer iets opdat
Kijk, hij gaat het nog mooi maken ook
Hij maakt met zijn vinger piepkleine watertjes
- die maakt hij met twee vingers
en die beekjes stromen naar rivieren,
en die rivieren legen zich weer in de zee,
die scheidt hij met zijn armen.
Maar zullen we het hier voor vandaag maar bij
Licht uit, jongens! Slapen!
Je wil nog meer doen, vandaag?
Heb je er zo'n lol in gekregen?
groen moet de aarde ook nog worden.
Zal ik eens een voorspelling doen?
die begint misschien wel groen
| |
| |
want daar is de brand nog steeds niet geblust.
(Tegen publiek)
Hij luistert niet eens naar me
Gaat helemaal op in zijn huisvlijt
Bloemetjes die glunderend hun kopjes
kastanjebossen in de bergen
dadelpalmen aan de rand van de oase
(Somt in een ijltempo zowat de hele flora op)
Het rolt allemaal uit zijn handen
buitelt over elkaar die aardbol op
wat een goddelijke kneder
En wat hij dan ook nog bedenkt
- waar haalt hij het vandaan -
dat al die planten zaadjes dragen
zodat er altijd nieuwe planten groeien
Ik ben ook onder de indruk.
heb je me niet horen zeggen.
(Licht uit)
(In het donker)
Ik begin al te wennen aan dat licht
altijd was het donker mijn element.
ik ben doodmoe, kan je nagaan
ik heb alleen maar gekeken
jij hebt dit allemaal gemaakt
verdomde donker, dat wel.
(Klein lichtje)
Wat smeet je daar de nacht in?
Stuk licht, om de zeevaarders een beetje bij te
en de jongen die 's nachts op de fiets naar huis
Laat mij ook eens iets bedenken!
Maan, wat vind je daarvan?
Zo, heb ik ook iets bijgedragen
als ik daar maar geen spijt van krijg.
Heb je ook zoiets voor de dag?
O, dat hadden we al natuurlijk.
Weet je nog hoeveel pret we daar hebben
IK heb dat kampvuur niet laten branden
dat wil ik wel even gezegd hebben.
Hier laten we het bij voor vandaag
en morgen doen we een beetje kalmer aan,
| |
De vierde dag
Wat jij allemaal gedaan hebt
(Sterren, waar komen die ineens vandaan?
O, die had je nog liggen)
(Tegen het publiek)
Ik zeg: begin er niet aan
en hij drijft zijn zin door
kan zijn handen niet stilhouden
| |
| |
Gewapende Onschuld
ik ga me er verantwoordelijk voor voelen
die ik helemaal niet gewild heb
waar ik van begin af aan tegen ben geweest.
Gods wegen zijn ondoorgrondelijk
Ja God, zeg het maar, God
Wat zit je nou te brabbelen?
‘In het water moeten levende wezens komen
heel veel, kleine en grote, kleurige en
dikke en dunne, harde en zachte.’
en je eindigt met een aap
tenslotte huil je om de mens
(Neemt even van God over)
ik ben misschien wel beter dan jij
| |
| |
wacht tot je hem tegen het licht ziet.
(God neemt weer terug)
Daar kan ik niet tegen op:
(Neemt over, grote gebaren)
niet erg verfijnd, toegegeven,
Je vindt het wel wat, hè?
Ik begin er lol in te krijgen
zo'n walvis dat is zwaar scheppen
(Roept naar het lichthok)
(Het blijft dag)
(Boos)
Ik heb hier niks te vertellen.
Maar je hebt nu toch je beesten in het nat?
Je moet ook nog beesten in de lucht?
neem jij de lucht van me over
dan ga ik even op mijn rug liggen genieten
van wat jij allemaal de hemel in tovert.
papegaai, wat een kleuren
Je geeft ze ook nog stem!
laten we ons in slaap wiegen.
(Donderende muziek)
Kan het afgelopen zijn met dat lawaai!
Dat is om ons te bedanken.
Dus jullie vinden het wel wat
wat wij allemaal geschapen hebben, God en ik.
Ja, dank, hartelijk dank.
Ja, ja, wat een opwinding, wat een geluk
maar mag ik even een domper op de vreugde
Hij denkt dat het goed is
maar ik weet dat het niks wordt.
Omdat we iets in de zee hebben zwemmen
in de lucht laten vliegen
wil ie ook nog iets op het land?
iets dat kruipt, iets dat loopt en rent
iets dat in de aarde snuffelt
iets dat aan de bomen knaagt.
Je bent gewoon jaloers op mijn walvis!
Daarom maak je op het land ook iets zwaars,
wat ben je toch kinderachtig, zo oud als je bent!
giraffen met lange nekken en varkens met korte
en herten met lange poten en poedels met
| |
| |
dieren met grote oren en kleine
alles wat je maar bedenken kan!
Wat een werk, wat een werk!
als die eenmaal bezig is,
God met de gouden handjes,
het stroomt er gewoon uit
dieren in allerlei kleuren
| |
De vijfde dag
Had het daar maar bij gelaten.
met al die dieren voor onze ogen
al die geluiden in onze oren
hoe dat knort en piept en brult
allemaal voor ons genoegen.
Nee, jij moest nóg een speeltje maken
dat kon praten en denken.
Natuurlijk is het je meesterwerk
een wonderbaarlijk machientje
een superieur apparaatje,
maar die gaan altijd het snelst kapot
(Wijst in de zaal)
omdat je zo dol op ze bent
de hele schepping, zeg je, is voor jullie
is dat niet wat al te gul
moet je mij niet om toestemming vragen
de krab, de walvis, de mus
zijn tenslotte mijn werk.
wat ik gemaakt heb met mijn eigen handen,
ga de aardbol rond en krijg kinderen
| |
De zesde dag
Maar nu draait dat ding door het heelal
ze moeten het zelf maar uitzoeken?
Je hebt ze het genot gegeven
maar ze zullen het kapot maken, ik ken ze,
ze draaien die hele schepping van jou in de
(Tot koor en orkest)
Jullie zijn blij met de zesde dag
maar ik zeg je: die zesde dag, de dag van de
(Licht uit)
| |
De zevende dag
(Licht weer aan)
Zo, dat was een kort slaapje.
Je gaat toch niet nog iets maken?
Het is zo wel genoeg geweest.
jij bent net zo moe als ik.
Dat kan in het Guinness Book of Records
| |
| |
zo'n schepping in zes dagen
Zes dagen heb ik geprobeerd je ervan af te
en zes dagen is het me mislukt.
(Gaat liggen)
in mijn bed blijven tot twaalf uur.
Het was me het weekje wel.
Jullie kunnen er blij mee zijn,
want morgen is het maandag
elke dag werk aan de winkel
Vroeger wisten we niks van maandag en
God, waar ben je aan begonnen
aan de wriemelende aardbol
laten we er het beste van hopen
dan lukt het misschien een paar duizend jaar
om de boel draaiende te houden daar beneden
met die mensheid een beetje pret te maken
feest vieren omdat de schepping gelukt is
op deze eerste zondag van de eeuwigheid
(Gaat weg)
(Jubelmuziek. Uit)
(noot - Het Orkest van de Achttiende Eeuw wilde Die Schöpfung spelen voor een jong publiek. Ze vroegen mij om een vertaling van de recitatieven, die tussen de delen door zou worden voorgelezen, om het jonge, Duits-onkundige volk te laten deel hebben aan de gebeurtenissen. Ik zag de mogelijkheid tot iets aardigers. Als de dirigent van Die Schöpfung nu eens God is, die tenslotte ook de schepping dirigeert, en de verteller is dan de duivel die God van deze onderneming probeert af te houden... Het resultaat werd afgelopen februari met succes opgevoerd, met Frans Brüggen als dirigent, en Hans Dagelet als de verteller. Komend seizoen zal Brüggen een Franse versie realiseren met het Orchestre de Paris.)
|
|