Nederlandssprekende kinderen beginnen die alleen maar groter wordt. Dat is vrijheid van onderwijs, daar hebben we een eeuw voor gevochten. Ongeveer twintig jaar geleden stelde de huidige minister R. van Boxtel voor om allochtonen verplicht Nederlands te laten leren en werd toen weggehoond. Onlangs heeft hij het nog maar een keer voorgesteld, nadat NRC Handelsblad ook wakker was geworden toen Paul Scheffer schoorvoetend alles wat over dit onderwerp al tenminste een decennium bekend is op een rijtje zette - beter veel te laat dan helemaal nooit.
Want hoewel er de afgelopen jaren in Nederland circa zeventig miljard is uitgegeven aan ondersteunende maatregelen voor allochtonen, komen veel kinderen van de tweede generatie allochtonen nog steeds naar school zonder een woord Nederlands te kennen. Die zeventig miljard zijn namelijk opgegaan aan Nederlandse beleidsmakers, Nederlandse vergaderaars, Nederlandse onderwijs-managers en Nederlandse bestuurders met of zonder onderliggende declaratieformulieren.
En wat doet staatssecretaris Adelmund? Zij laat een peloton ‘deskundigen’ door het land rijden en belooft over twee jaar verder te zullen kijken. Overigens is niet alleen zij, maar tevens minister L. Hermans, die zich ‘liberaal’ noemt, medeverantwoordelijk voor de geestelijke achterstelling van allochtone kinderen, en in feite de meerderheid van de Tweede Kamer.
Maar, meen ik als tegenwerping te horen: is het toestaan van de oprichting van een islamitische school juist niet een teken van verdraagzaamheid?
Nee. Want de verdraagzaamheid houdt op waar de verdraagzaamheid van de ander ophoudt, en op deze scholen wordt onverdraagzaamheid gepredikt. Op iedere islamitische school leren de kinderen over de Enige God Allah en over het enige Ware Geloof. En dat christenen, joden, heidenen, afvalligen, goddelozen en ander tuig van de richel, dat men hier in Nederland moet tolereren (want Nederlanders zijn hier de baas), Hel en Verdoemenis staat te wachten. Onder de Sura's, die peuters reeds op Koran-school in de Moskee van buiten leren, treft men bijvoorbeeld aan (Sura 3:10): ‘Zij die ongelovig zijn, hun bezittingen noch hun kinderen zullen iets baten bij Allah. En zij zijn het die de brandstof voor het vuur zijn.’
Zou Femke Halsema dit bedoelen wanneer zij zegt dat de blanke elite ‘solidair’ moet zijn met het denken van de allochtone medemens? De directeur van het Pieter Calland College te Amsterdam, een openbare scholengemeenschap, die recentelijk weigerde een lokaal beschikbaar te stellen voor religieuze rituelen kon rekenen op afkeuring van zijn besluit door de meerderheid van de Amsterdamse Gemeenteraad en van de Tweede Kamer. De bescherming van het neutrale karakter van openbare scholen werd bejegend als een daad van intolerantie. Wat deze meerderheden niet schijnen te beseffen, is dat neutraal onderwijs niet hetzelfde is als atheïstisch onderwijs.
De rationalisten van de Verlichting wilden de gelovige hersenspoeling vervangen door onderwijs in betrouwbare kennis van mens en wereld, en zekerheden door vragen, geloof door scepsis. Gelovigen willen dat liever niet. In het licht van de geschiedenis, waar domheid en slechtheid schering en inslag is, blijft het een mirakel dat sommige Verlichtingsidealen het tot de status van wet of grondwet hebben weten te brengen. Thans misbruiken gelovigen deze Verlichtingsrechten om te voorkomen dat de kennis van mens en wereld de gewenste gevolgen heeft, zoals de afrekening met bijgeloof, met vooroordelen en met pseudo-kennis.
Hou me ten goede, het is verre van mijn bedoeling om stemming te maken tegen allochtonen (waaronder mijn Tunesische vrouw), want bovenstaande geldt natuurlijk onverkort ook de gebedsmolens die op de Veluwe de hersentjes van autochtone kinderen tot streng gereformeerd gehakt staan te draaien. Slechts wil ik opkomen voor de weerloze kinderen die men de mogelijkheid ontzegt het later beter te kunnen weten.
Als klap op de vuurpijl iets wat ik recent op de televisie zag. Een gelovige baard weigerde zijn kinderen naar school te sturen en was, in weerwil van de leerplicht, in het gelijk gesteld in Hoger Beroep. Scholen zijn poelen des verderfs, vond deze christen. Het slachtoffer, een dochter van zestien, had een leerachterstand van drie jaar. Dat gaf helemaal niet. Als je maar gelukkig bent. Lezen kon ze goed - vooral in de Bijbel, drie uur per dag. De interviewer vroeg aan de dochter of ze het niet vreemd vond nauwelijks omgang te hebben met leeftijdgenoten. Ze keek in de oogkassen van de vader, die haar vermoedelijk herinnerden aan het gerepeteerde antwoord, en schudde haar hoofd.