Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)(1994)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Joost Sickenga Het lijf dat hier ligt Wat ik weet is wat ik weet van horen zeggen Ik weet, er ligt hier een lijf een lichaam met de navel aan de bovenkant Het verandert zelden van houding peutert soms in de neus, dat wel In dat lijf zitten hersenen en die hersenen die denken Dat zie je niet, dat weet je Ik weet, hier ligt een lijf de armen, de benen, haren Het ligt op de achterkant de voorkant naar boven Ik weet, papier is lucht Het schijnt, naar ik heb vernomen het lijf dat hier ligt heeft niet altijd gelegen Het heeft rondgelopen er hebben mensen tegen gepraat De oren hebben gehoord hoe de mond heeft verteld de dingen die geschreven stonden Daar alleen dat wat het geschreven had door de hersenen werd begrepen Er is mij verteld de handen die hier liggen hebben alles opgeschreven Woorden werden verhalen over de dingen die gebeurden Jaren werden stapels, het lichaam ouder De handen schreven net zolang tot het paste Wat niet op papier stond, was niet gebeurd [pagina 26] [p. 26] Ze hebben gezegd op een dag stond er geschreven ‘De weg naar zee’ Een titel zonder verhaal De hersenen gingen zwerven door wat er zou kunnen gebeuren Waarop de handen dat opschreven En dan gebeurde het De woorden waren op maat Zo kon de mond erover praten met de weinige mensen die de ogen nog zagen Hoe het lichaam steeds vaker aan tafel zat stiller werd Ze hebben gezegd we hebben er uren naar gekeken Er gebeurde niet bepaald veel meer Het is gefluisterd We hebben gezien hoe het lijf dat hier ligt met de navel aan de bovenkant op een nacht is teruggekomen Gezien, hoe het heeft geprobeerd maar hoe de handen niet meer bewogen Ik weet, het lijf is gaan liggen de achterkant onder Ik weet niet of het er nu nog ligt Vorige Volgende