gedrag vond ik hoogst normaal. Ik was tenslotte niet voor niets net eenentwintig geworden. En wat konden die Italianen nu hebben tegen vrouwen en boeken, met hun cultuur?
Uit wraak drukte ik een elektrische voor eigen gebruik achterover. Wat was ik fier!
Olivetti heeft immer oog gehad voor gecultiveerde design; mijn Praxix 88 was werkelijk het summum inter pares van de toenmalige bureaucultuur.
Helaas bleek zij technisch van kaduke kwaliteit. Al na twee jaar sloegen letters in de rol en de o en de u - twee overbeleefde lettertekens - waren slechts naar hun plaats te dwingen met behulp van een nijptang en een knie.
Op een nacht gooide ik haar door het raam en op een kat, net zoals ik met sommige vriendinnen had gedaan. Ja, in de liefde vliegt er heel wat op de kat. De kat gaf geen krimp; de Praxix 88 een enorme plastic-scheet, een kreet gelijkend op het artisanale anale geluid van een negentienjarige vrouw.
De volgende dag kocht ik in het Antwerpse tweedehandskwartier, op naam van de nieuwe vriend van mijn laatste gevlogen vriendin, mijn eerste IBM. Het was toen midden de zestiger jaren, er was volop weelde, facturen moesten niet cash worden betaald en betaalpasjes bestonden nog niet.
Wat een weelde zo'n IBM!
Geen typearmen meer maar een vervangbare bol om van lettertype te veranderen. Dreigbrieven konden nu in hun typisch schreefloze letter, vertrouwelijke met een cursieve en gedichten met een gracieuze schreefletter.
Ik kocht een ‘Presentator’, een ‘Courier’, een ‘Light Italic’ en een ‘Prestige Elite’. En geen carbonlint meer maar een ‘one-time-nylon-tape’. Zuiver zwart stonden de letters fier naast elkaar, rij-aan-rij, als soldaten op het eind van hun opleiding. Eindelijk bereikte ik het doel van mijn bedoeling. Nu nog leesbare literatuur verzinnen en dan hop, man, naar de Nobelprijs.
Helaas zit ik nu al aan mijn vierde IBM en mijn eerste boek moet nog verschijnen. Ik heb het werken voor derden al jááren opgegeven. Ik typ van zes tot eenentwintig uur. Ik heb de drie systemen geprobeerd: Qwerty, Azerty en vriendelijk. Ik heb zelfs blind leren typen na decennia doofstom te hebben aangeramd. Niets helpt.
Ik schaam mij tegenover mijn IBM. Om den brode voor haar, voor mij, moet ik 's nachts auto's stelen en lege huizen plunderen. Je zou versteld staan wat er van waarde in verlaten huizen achterblijft. Ik durf het haast niet zeggen, maar soms moest ik in dancings IBM-secretaresjes versieren om aan schrijflinten te geraken.
Ik zou over dit alles een boek, geen pocket, maar een boek kunnen schrijven, ware het niet dat mijn momentele IBM, model 6715, compact, betrouwbaar, veelzijdig en multifunctioneel, onbetrouwbaar en afunctioneel is geworden. Zij leed al enkele maanden door mijn werkkolisme aan overspanning, zag het typen niet meer zo zitten en vorige week - na een dag hoesten - kreeg ik op een ochtend geen levende letter meer uit haar.
Toen ik haar naar de Technische Dienst van haar moederhuis bracht zei de baliechef: Ha! Een zieke! Hij zou haar enkele dagen in observatie houden. Haar eens helemaal ontkleden.
Na enkele dagen belde ik naar de Technische Dienst. Waar bleef mijn geliefde...?
Ik moest begrijpen dat zij niet de enige was en zij zou wel klaarkomen. Ik moest eenvoudig wachten op hun seintje. Wachten, wachten! Wat dachten die kereltjes wel? En klaarkomen!?
Reeds acht dagen dool ik door mijn huis. Mijn nagels bijt ik weer af als langgeleden. Ik ben kortaf tegen mijn vriendin. Ik betrap mij erop, dat ik meer inzit met machine model 6715, dan met vrouw 62-08-12-354 IKVJ waarmee ik nu al zes jaar samenleef.
Ik kijk uit naar de terugkomst van haar die ik met mijn vingers bespeel en streel; die mijn gedachten in leesbare letters, woorden, zinnen, alinea's en hoofdstukken omzet en waaraan ik kan zien dat ik leef, dat ik meer ben dan een televisieaap.
Met tegenzin en houterig houd ik een viltstift in de hand. Ik schrijf op geel Amerikaans briefpapier, maar dit wordt niks, ik zie het, ik voel het.
Kom terug, model 6715. Ik mis je.
Ik zal maar acht uur per nacht werken en het weekend heb je vrij, beloofd.
Ik zal je wekelijks afstoffen en vanaf nu zal ik je elke ochtend met je housse toedekken zodat we elkaar bij avond weer fris ontdekken.