Hollands Maandblad. Jaargang 1973 (302-313)(1973)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] De Symplegaden J. Blokker Jr. Er voer een schip vannacht door de sliertige nevels, maar vanmorgen wist ik niet meer waarover het ook weer ging. Steeds weer doken die verdoemde oosterse kusten voor ons op, maar ik was er de geografie van vergeten. In de verte bleef het moerasland maar schijnen - krakend, schommelend naderden nog inheemse boten. (De zee bespoelde de verre vertakte armen van een rivier - en men dacht niet aan waar die vandaan kwam) Toch zitten we ermee - die vlaktes moesten bergen zijn, ik ken slecht bescheiden rivieren, en nooit zag ik zulke vreemde planten. [pagina 38] [p. 38] Toen kwam het van alle kanten. In dikke druppels hing het aan heur haren, sijpelde door je kleren. Van beide kanten schoven massieve rotsen op ons toe - als een tang die een varken tot een lap spek reduceert - we trachtten ons te redden, door in één van de vele kloven en grotten te springen - uit de verte zag ik haar ringen, bellen en kaar ketting, en er woei een doekje in een spelonk. Een schrale held, de haren verwaaid, zijn sokken soppend in de schoenen, of alleen, maar die morgen was hij dat vergeten. Vorige Volgende