Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)
(1968-1969)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd[Vervolg Op zoek naar Catherine Théot]weten dat de surrealist Masson precies het tegenovergestelde gelooft. De literatuur kan wellicht iets met het automatisme en de droom beginnen, beweerde hij in een vraaggesprek.Ga naar eind13. Ik houd het maar bij Odilon Redon, die gezegd heeft: Geen creativiteit zonder automatisme. Het gaat er meen ik slechts om hoe ver kan A gaan, hoe ver B, zonder in onzin te vervallen, het is een zaak van persoonlijke aanleg, geen systeem. De schilder Moesman drijft geheel op het automatisme en de inval, hij heeft me dit gezegd en ik geloof het, zijn schilderijen zien er echter buitengewoon helder en geconstrueerd uit. Ogenschijnlijk uit de controlekamer. Voor mijzelf weet ik dat er een goed stuk automatisme achter mijn tekeningen en verhalen schuilt, maar uiteindelijk houd ik de zaak in de hand, bedenk het nodige, wens bewust te vormen, toch zijn mijn tekeningen niet altijd helder en duidelijk. Maar ik geef onmiddellijk toe, ik hoor bij de fantaisisten, verder dan Victor Hugo, Cozens en Piranesi kom ik niet. Ik noemde dit artikel een beetje vreemd ‘Op zoek naar Catherine Théot’. Het zoeken zal nu duidelijk zijn, ik was op zoek naar de weg terug, en keek meteen uit naar het surrealisme. Dat ik Catherine Théot uitkoos kwam eigenlijk door het lezen van Les illuminés van Nerval,Ga naar eind14. de geschiedenis van een aantal vreemde figuren. Zij hebben te maken met een filosofisch-occulte onderstroom uit het einde van de 18e eeuw, begin 19e eeuw. De ‘Martinisten’Ga naar eind15. b.v. horen erbij. Catherine Théot wordt in de studie genoemd als een figuur die een belangrijke invloed op Robespierre heeft uitgeoefend. Zij was niet geheel onschuldig aan de wat wonderlijke revolutionair-mystieke uitingen die hij vertoond heeft. Voor zijn tijd reeds had ze zich verdienstelijk gemaakt als moeder van God en later de nieuwe Eva. Er is een kenmerk waar ik nog niet op gewezen heb. Het is zowel bij de voorlopers als bij de surrealisten te vinden: een grote belangstelling voor de waanzin, het verdedigen van de waanzin.Ga naar eind16. Poëzie en waanzin, twee niet weg te denken zaken in het surrealisme. Catherine Théot, 1716-1794, ‘visionnaire et occultiste, quelque peu démente’, geeft een noot aan op p. 482 van Nervals studie. Wellicht is deze nieuwe Eva ‘The White Goddess’, de maangodin, die door de surrealistische dichters bezongen wordt.Ga naar eind17.) |
|