Red River Rock
K. van der Pijl
Hans speelde veel beter dan ik, maar toen mevrouw even de kamer uit was liep ik toch naar de piano om red river rock te spelen. De grote blonde was de eerste die de melodie herkende, en hij maande de anderen aan de tafel tot stilte. Voor hem speelde ik het graag. Uit het gestommel van de achteruitgeschoven stoelen kwam hij over mijn schouder.
- Luister eens, Kees speelt red river rock!
Hoewel ik de hele ochtend met de anderen achter zijn brede rug door de drukke straten gezworven had, viel het me nu pas op dat hij brouwde; maar hij wist mijn naam, hij sprak hem feilloos uit. Hans stond over mijn andere schouder gebogen en volgde mijn vingers. Ik raffelde het toch al snelle nummer af, het was één couplet dat zich niet lang liet herhalen. Hans duwde me mompelend van de pianokruk; hij moest het al eens geprobeerd hebben, de eerste tonen gingen hem te goed af. Maar juist op het moment dat mevrouw de kamer weer binnenkwam, (o wat leuk Hans, ben je aan 't spelen) stokte zijn looppas in een misgeslagen f.
- Moet u luisteren mevrouw, zei de grote blonde, met zijn elleboog de kruk vrijmakend. Kees, die kan red river rock spelen. En ik moest wel. Nog sneller echter dan de eerste uitvoering kon het niet, maar begon het wel. Dus tilde ik halverwege beschaamd mijn handen van het toetsenbord, terwijl onder een vanwege mijn jeugdige leeftijd: toch aardig, het deksel werd neergelaten.
Wat later liepen we door de smalle gang naar buiten, schurend langs de batikdoeken aan de wanden. Voor de deur wachtten we op Geert, die in verband met ouderlijke waarschuwingen als laatste naar buiten mocht en tenslotte in dezelfde zwaai als de door zijn moeder dichtgedrukte deur op de stoep terechtkwam.
- Johnny en de Hurricanes, vertelde ik de grote blonde, terwijl we achter de anderen het plein overstaken. Hij moest negentien zijn, of twintig. In ieder geval was hij anderhalve kop groter dan de anderen, die hij dan ook af en toe voor de grap optilde. Hans niet; die had zo'n grote bek, daar bleef je van af. Voor de etalage van de Rijwielhandelaar & Hersteller bleven ze staan, en de grote blonde stak me met een veelbetekenende blik naar de belangstelling van de anderen een hand toe. Achter de spiegelende ctalageruit stond temidden van allerlei accessoires een blauwe, hamerslag gespoten bromfiets. Hans legde de anderen uit dat als je begon met het stuur om te draaien, er nog wel iets redelijks van te maken viel.
- Brommers pff, zei de grote blonde over zijn schouder naar mij. Meiden, dat moeten we hebben.
Het kostte nogal wat moeite om uit te leggen waar ik naartoe zou gaan, omdat ik het zelf niet wist; vooral mijn vader morde, gebogen over de appel, waarvan hij de schil toch ook weer niet wilde riskeren om mij de les te lezen.
- Maar wie zijn dat dan, die jongens, vroeg mijn moeder, toch met een lach om mijn uitvoerig verhaalde populariteit. Haar man gaf met een gestileerde braakbeweging te kennen dat ik wat hem betrof mijn gang kon gaan. Ze schudde haar hoofd.
- Voortaan eet je eerst af hoor, zei ze om me toch niet zonder vermaning te laten ontkomen. Toen mijn vader de aan één stuk gebleven schil omhoog hield om nog even mijn bewondering te incasseren, was ik de deur al uit.
Leunend op de benzinetank van zijn bromfiets stond hij in de schemering aan het eind van de straat. Terwijl ik naar hem toe liep, bedacht ik dat het tijd werd om zijn naam te weten te komen, en ik bromde wat toen hij met een geroutineerd: hai Kees, op de buddyseat wees. Hij had een grijs tweedjasje aan en een spijkerbroek, zo had ik er ook graag uitgezien. In de verte klonk het rumoer van de koninginnedag vierende stad boven de huizen uit.
- Waar gaan we heen, vroeg ik, toen hij startte en we de hoek van de Spuistraat omsloegen.
- Dubbeldam, riep hij boven het aanzwellende lawaai uit, dansen!
Toen we voorbij het station ronkten, schoot het me te binnen dat ik voor dit avontuur misschien beter wat geld had kunnen meenemen. Wachtend op een trein bij de spoorwegovergang voelde ik pas de koude wind, de nieuwe, huiverende wind in de vroege avond, die voor het eerst bij deze spoorlijn ingevallen was.
- Als je zelf rookt is het niet erg, zei de