De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Eigen Wenschen. Hart, wanneer gij eigen wenschen, Eigen vreugd', in droeven nacht, - Zij 't ook onder bange tranen - Stil ten grave hebt gebracht; Och bevries niet in des levens Strenge vorst en duisternis, Maar blijf kloppen nog voor and'ren, Nu gij weet wat droefheid is. Och, blijf kloppen, warm en innig Voor zoo menigeen die lijdt, Om de tranen zacht te drogen, Die ge zelf eens hebt geschreid. Eigen wonde zal genezen, Nacht en eenzaamheid verdwijnt, Als uw liefde, stil vertroostend, In het hart van and'ren schijnt. En een zegen zult gij wezen Voor bedroefden, o mijn hart, Meer dan dat gij niet gekend had 's Levens groote, diepe smart. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende