De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Een houvast. Om een houvast te vinden, Een rustpunt voor de ziel, Bij veel, dat ons vermoeide, En veel, dat tegenviel, Heeft men slechts los te laten, Wat ons aan de aarde bindt, Slechts hij, die waarlijk loslaat, Een steun- en rustpunt vindt. Wij moeten de oogen sluiten Voor 's werelds heerlijkheid, Om hier een glimp te aanschouwen Van verre oneindigheid. Wij moeten sterven, willen Wij leven in het licht Van reine, heilige liefde, Voor 's Heeren aangezicht. Dan, vrij van het verlangen Naar uiterlijken schijn, Kan men zijn innigst wezen, Kan men zichzelf eerst zijn. Dan slaat de ziel haar vleug'len Eerst uit, met volle kracht, Speurt iets van 't Ongeziene En van zijn wond're pracht. Dan hoort Zij, wat op aarde, Nooit hoorde menschenoor, En voelt in stille ontroering Een zalige liefdegloor. Wij hebben los te laten, Waarmee deez' aarde vleit, Om een houvast te vinden Voor nu en voor altijd. Wij moeten de oogen sluiten Voor 's werelds heerlijkheid, Om hier een glimp te aanschouwen Van eeuw'ge zaligheid. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende