Het is ‘de Oorlog’ die hen zoo maakt. Het is Bellona die hen leidt, zonder het zelf te willen; daden, waarvoor zij zich later in den grond van hun hart schamen zullen, wanneer de oorlogsroes is uitgebluscht; als weder de morgenzon van een nieuw, veredeld leven aan den horizon is verschenen, tot nu toe door donkere donderwolken verduisterd?
Daden die door de faam duizend malen worden vergroot en overdreven en eerst na den oorlog, na kalm en onpartijdig onderzoek zullen blijken tot een minimum te kunnen worden teruggebracht.
Een correspondent uìt Aardenburg schrijft daarover:
‘Terwijl nu door die faam het landvolk overal in wilden angst vlucht, vooruit, naar zee, de zee over of wel zijwaarts naar Holland, opgejaagd, niet door de Duitsche troepen zelf, maar door hun eigen schrikkelijke fantasieën. De gruwelen uit de eerste periode, duizendvoudig vergroot, dan nog gezien door de schelgekleurde verbeelding van dit onwetende kindervolk.
Wat zij vreesden? Het is niet te zeggen: moord, brand, mishandeling van vrouwen, en alle mannen tot gevangen werkdieren gemaakt. En heel Vlaanderen vlucht. Uitgenomen enkele steden als Brussel, Gent, Eerlo, Brugge, waar de meesten tot hun voordeel bleven.’
Tegen deze donkerste duisternis staat een opvlammend hel licht van heldenmoed, menschenliefde en hulpvaardigheid, niet van enkelen, maar van een geheel volk, met opoffering van eigen gemak en eigen zorg.
Als altijd staat ook in oorlogstijd Goed tegenover Kwaad, Licht tegenover Duisternis en het Licht zal de overhand behouden en alles en allen weder brengen tot kalm geluk.
Het verhevenste schouwspel van de geweldige vervorming van een geheel werelddeel, van een geheele wereld misschien, geleid door Hoogere machten en verordend, moet doelmatig zijn en de toekomst zal schooner worden dan het verleden geweest is.
Het is maar jammer dat elke vernieuwing, ook van de natuur, gepaard moet gaan met vernieling en verwoesting van het oude en dat menschenlevens oogenschijnlijk geen waarde hebben; maar als insecten worden vertrapt en vernietigd, met massa's gelijk en dat millioenen arme verminkten, vrouwen en kinderen, van alles beroofd achter blijven.
Zal deze monsteroorlog nog gevolgd worden door de groote, sociale revolutie, die ook voorspeld wordt en die alles zal omverwerpen, wat nog is blijven staan? Laten we dit aan de toekomst over met de overtuiging dat alles wat geschiedt moet leiden tot vooruitgang, tot verbetering. Zouden de volgende illusies onmogelijk zijn?
Nijmegen.
M.C.E. STAKMAN.