De Hollandsche Lelie. Jaargang 27

Correspondentie van de redactie met de abonnés

De redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.

Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.

Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.

Redactrice.

P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.

B. de S. - Ik dank U hartelijk voor Uw lief schrijven, en ik begrijp heel goed dat de drukte met Uw gezin U belette de Lelie-corr. aan U eerder te lezen. Maar het spijt mij zeer dat gij om zulk een droevige reden Uw hart bij mij komt uitstorten, want ik ken niets op het punt dieren, dat naarder en onbevredigender is dan het hen verliezen door zoek-raken. Dood en ziekte zijn dingen die het leven nu eenmaal onvermijdelijk meebrengt, maar dat wegloopen, van katten speciaal, is zoo bijzonder ontmoedigend. omdat ook de meest mogelijke liefde en zorg het niet schijnt te kunnen verhinderen. Ons vondelingpoesje, dat wij, door de vorige bewoners achtergelaten, in ons huis vonden, en tot ons namen, is, evenals Uw katje, buitengewoon schuw. Wij namen haar om die reden dan ook mede naar hier, in plaats van haar uit te besteden, en tot hiertoe komt zij gelukkig, niettegenstaande zij wel eens liefdes-tochtjes onderneemt, steeds 's avonds thuis. Zij is dol op Marie, en al de honden verdragen zich zeer goed met haar, behalve Benjamin, die het uit jaloezie op een schreeuwen zet zoodra hij haar maar ziet, waarop zij harerzijds dan terstond de vlucht neemt, want zij is een zeer zacht en volstrekt niet krabberig diertje. Ik voor mij zou nooit meer een dier in een asyl durven uitbesteden, omdat ik van iemand heb bijgewoond dat haar mooie, trouwe hond in zoo'n asyl een afschuwelijke huidziekte opdeed. De hond namelijk was, terwijl zijn meesteresse op reis was, door haar aan zoo'n asyl toebetrouwd, en zij kreeg hem met die ongeneeslijke ziekte terug, waarvan de veearts haar zeide, hoe hij die zonder eenigen twijfel had opgedaan in het hok in het asyl, waarin vóór hem een andere, met dien besmettelijken uitslag behepten hond had gezeten. Het arme dier heeft nog een jaar lang geleefd onder voortdurend lijden, niettegenstaande de meest zorgvuldige verpleging en oppassing - Veel troost durf ik U niet geven, omdat ik onlangs juist hoorde van een andere dierenvriendin, hoe hare twee katjes haar bij eene verhuizing, op dergelijke wijze als het U is gegaan, zijn ontkomen; ook mijne vriendin, met wie ik samenwoon, verloor eens een kater door wegraken, zonder dat zij hem ooit heeft teruggekregen, niettegenstaande zij extra beneden in haar huis is gaan slapen, om elk geluid dat op zijn miauwen geleek te kunnen opvangen, en hem te kunnen zoeken dan. Ik hoop van harte dat Uw lieveling nog terecht komt, en reken er op dat gij mij dit dan wel zult laten weten, nietwaar? - Met Uw gezinnetje gaat het dus weer goed? - Dat verheugt mij zeer. Inderdaad hebt gij goed geraden, dat het mij nimmer invalt een korter of langer stilzwijgen mijner correspondenten hun kwalijk te nemen. Er zijn zoo vele geldige redenen, die iemand soms afhouden van correspondentie, en zoo dikwijls ondervind ik dan ook, hoe ik heel trouw word gevolgd door hem of haar, die nochtans bijna nooit van zich liet hooren. Vriendelijk gegroet.