wordt het zoogenaamde ‘Zeestrand’ bedoeld, waar het wemelt van anopheles-muskieten) een sterftecijfer van 63 pro mille heeft, dus betrekkelijk nog gunstig in vergelijking met het moordhol Mangga Besar te Batavia. Gevoegelijk kunnen we hier nog bijvoegen dat in geen enkel der 400 onder-districten, waarin West-Java is verdeeld, het cijfer hooger is dan 50!!
Men ziet het beeld, dat Dr. van Gorkum van den hygiënischen toestand van Batavia geeft, allertreurigst is, en toch is die toestand nog beneden de werkelijkheid, want het verstaat zich dat tal van inlanders in de kampong sterven, zonder dat er een aangifte van het sterfgeval plaats heeft, vooral is dit het geval wanneer de dood is tengevolge van een besmettelijke ziekte, want dit geeft den ‘Loerak’ (inl: burgemeester of kamponghoofd) maar soesah; men kan dus gerust aannemen dat de toestand veel ernstiger is als door den heer van Gorkum wordt aangegeven.
De heer van Gorkum geeft verder een lijst van 31 plaatsen en landen in de wereld, waar Vera Cruz met het hoogste sterftecijfer bovenaan staat, maar in al deze steden of landen is de toestand gunstiger dan te Batavia: er bestaat geen stad ter wereld waar de sterfte hooger is. Batavia - ‘de Koningin van het Oosten’ - houdt in deze het luguber record!!
De geachte spreker zegt verder dat het buitengewoon hooge sterftecijfer te Batavia wijst op een alleszins verwaarloosden hygiënischen dienst, spreekt zijn diepe overtuiging uit, dat men thans onmiddellijk maatregelen moet nemen ter verbetering, en haalt als bewijs dat dit ook mogelijk is, o.a. aan, dat op het terrein der maatschappij ‘Senemba’ het sterftecijfer in 1897 61 pro mille was, toen door krachtige toepassing van sanitaire maatregelen dit in 1906 daalde tot.... 9,4 pro mille.
Ook de stad Panama bewijst tot welk een resultaat men kan komen door toepassing van een goede sanitaire regeling; in 1906 was het sterftecijfer aldaar 68, en niettegenstaande de hoogst ongezonde kanaalwerken in vollen gang waren, daalde het sterftecijfer in 1909 op 21 pro mille. -
De voordracht van Dr. v. Gorkum had een enorm succes, werd bijgewoond door een talrijk publiek, waaronder tal van autoriteiten. Algemeen spreekt men de verwachting uit dat er nu toch wel eindelijk ‘iets’ zal gedaan worden.
De redactie van het ‘Nieuws v/d Dag’, waaruit wij bovenstaande gegevens geput hebben, zegt daarvan het volgende, dat wij hier letterlijk willen herhalen, omreden wij het met den redacteur van dat blad volkomen eens zijn:
Het kan wellicht zijn nut hebben, hier even een beetje koud water te werpen op die opgelaaide geestdrift. De reden van Dr. van Gorkum was interessant, leerzaam, grondig, goed-gedocumenteerd, boeiend, - wat men maar wil, - maar onthuld heeft hij daarin niet bizonder veel. Zeker, het kan geen kwaad, dat hetgeen hij d.i. Dr. Ouwehand zeide, nog eens herhaald werd, maar nogmaals: nieuws heeft hij niet verteld, en dat zijn voordracht bizonder veel effect zal sorteeren, zijn wij voor ons dan ook zoo vrij om te betwijfelen.
Wij herinneren er hier aan, dat Dr. C.D. Ouwehand den 14en Febr. 1911, dus nagenoeg 2 jaar geleden, zijn jaarrapport indiende omtrent den burgelijk geneeskundigen dienst te Batavia over 1910, welk rapport toen in den aanvang van Maart door de bladen druk werd besproken en gecommentarieerd. Dat rapport was zeker niet minder nadrukkelijk van inhoud, dan de rede van Dr. v. Gorkum. Het was evengoed gedocumenteerd; het gaf cijfers over de sterfte in de kampongs, systematisch gerangschikt in groepen, naar de districten, naar de meer of minder ongezonde ligging, etc. etc.
Door die groepeering sprong duidelijk in het oog, waar de broeinesten van ziekten waren. Maar wat is er nu sedert de verschijning van dat rapport veranderd? Immers niets!
Het complex Mangga Besar, Kebon Djeroek, Sawah Besar, Tangki, was in 1910 het district waar de grootste sterfte voorkwam, - de in dat jaar zeer sterk door cholera geteisterde Kampongs Djembatan V uitzonderende - welnu die toestand is nu, einde 1912, nog precies zoo.
Wij vragen ons af waarop men nu eigenlijk de verwachting baseert, dat er nu eens eindelijk wat gedaan zal worden, immers op niets!!
Na de indiening van het rapport van Dr. Ouwehand wist men hoe het met den hygiënischen toestand van Batavia gesteld is, men wist dat vooral onder Inlanders de sterfte buitengewoon groot is, en het eenige wat de Regeering deed is, dat zij toeliet dat de Bataviasche zonder eenige deskundige leiding hier en daar wat prutste en wrat geld verknoeide. Wij zijn van meening dat de assaineering van Batavia geenszins een zaak is waar die gemeenteraad eenige bemoeienis mede heeft, want het is een Regeeringszaak en wel een