| |
De Ideale en Practische Inrichting van een Huishouden.
In de huishouding komt het, als in elke betrekking, in de eerste plaats aan op gezond verstand, wat zich ten duidelijkste openbaart in de wijze, waarop alles georganiseerd is. Evenmin als in een zaak, zal ze met goed succès gedreven worden, kan in een huisgezin organisatie en systeem gemist worden. Een systematische indeeling van de huishoudelijken arbeid geeft niet alleen veel grootere resultaten, maar vergt ook veel minder inspanning van de persoon, die dien arbeid verricht. Een huisvrouw moet er echter niet aan denken zelf te koken, omdat haar gezond verstand haar toelaat, dit zuiniger te doen, of zelf den vloer te vegen, omdat dit wat nauwkeuriger zou geschieden, maar dit door een dienstbode laten doen. Wat men aan tijd en geld uitspaart, is een kleinigheid, vergeleken bij wat van haar gezondheid en humeur gevergd wordt. Een dienstbode, die voor dat doel is aangeschaft, kan koken, wasschen, 't huiswerk doen en daarbij gezond en opgewekt blijven: zij heeft bepaalde, voorgeschreven plichten, die, na volbracht te zijn, aan haar verantwoordelijkheid een einde maken. Iets anders echter is het voor een vrouw, die echtgenoote en moeder is, wat op zichzelf reeds een haar meesten tijd in beslag nemende roeping is.
Laat ons voor de vrouw, moeder en huishoudster als eerste gebod stellen: Wees gezond! Zonder gezondheid is ze tot niets in staat; in plaats van een hulp voor haar man en kinderen, zal ze een last voor hen zijn. Ten tweede: Wees kalm! Ten derde: Denk helder, regel alles practisch en verstandig! Ten slotte: Wees beminnelijk, waarmee ik niet bedoel zwak toegevend. In 't geheel niet. Laat haar zoo Spartaansch zijn als ze wil, maar laat haar kalm blijven. Een vrouw, die zichzelf niet kan beheerschen, is onge- | |
| |
schikt over anderen te heerschen. Een vrouw, die uitvaart tegen dienstboden, kan niet klagen, als ze haar brutaal antwoorden. Een vrouw, die opvliegt en haar kinderen om de ooren slaat, omdat ze lawaai maken of lastig zijn, moet niet verbaasd zijn, als ze haar met weinig respect behandelen. Een vrouw, die zich veroorlooft, haar man stekelige antwoorden te geven, kan van hem verwachten dat hij zijn societeit boven haar gezelschap verkiest.
Veronderstellen we nu, dat onze huisvrouw gezegend is met eene goede gezondheid, gezond verstand en een goed humeur - hetzij aangeboren of aangeleerd - dan kunnen er nog hoedanigheden ontbreken, noodig om een ideaal tehuis te vormen. Het aesthetische element moet niet over 't hoofd worden gezien. Laat het huis mooi zijn! Hiermede heeft geld weinig uit te staan. Dat wat noodig is, is smaak. Een groote verbetering zou het zijn, indien de menschen, in plaats van elkaar na te volgen als een kudde schapen, bij de inrichting van hun huis hun eigen persoonlijken smaak lieten spreken en ook op hun kleeding den stempel van individualiteit wilden drukken. Al wat individualiteit heeft, heeft leven; al wat conventioneel is, is dood en onvruchtbaar en daardoor onschoon.
De omgeving en vooral de vrouw des huizes is het, die dat onbekende iets vormt, wat men ‘atmosfeer’ noemt, en ofschoon een moeielijk iets om uit te leggen, is het een van de machtigste factoren voor een gezellig tehuis. Maar al te dikwijls wordt zij, met een onontwikkeld gevoel voor schoonheid, een slachtoffer van de ‘koopjes’ en vooral van de zoogenaamde goedkoope ‘quasi-kunst’. Ze drapeert haar muren met guirlandes van zijde; ze legt onbruikbare kussens op even onbruikbare canapé's; zij maakt ‘cosycorners’, die niemand coit ‘cosy’ kan vinden; ze fabriceert krukjes en fantastische meubeltjes; kortom, ze propt alles vol met goedkoope prullen, totdat de indruk van rust het laatste is, waaraan haar vermoeide echtgenoot ooit zal denken, terwijl haar kennissen haar inrichting smakeloos in plaats van artistiek zullen vinden. Ze zondigt zoowel tegen haar echtgenoot als tegen haar kinderen. De echtgenoot heeft recht op comfort en rust, als hij vermoeid 's avonds huiswaarts keert en met al die goedkoope prullen is dat eenvoudig onmogelijk. De kinderen hebben recht op vrijheid van beweging, maar voelen in een kamer, opgepropt met nuttelooze meubelen, den dwang, die hun daardoor wordt opgelegd. Geen enkel meubelstuk heeft recht van bestaan, tenzij het in de eerste plaats nuttig is. Daarna pas moge het zoo artistiek zijn als de smaak en de handigheid van den maker slechts kunnen verzinnen. Een vrouw, die met weinig geld moet rondkomen, moet vóór alles bij de inrichting van haar woning eenvoud betrachten. Haar huis behoeft daarom niet leelijk te zijn, integendeel, het kan even gezellig, ja zelfs gezelliger zijn dan dat waar veel meer geld aan is ten koste gelegd.
Omring u, zoo mogelijk, met schilderijen en kleine beeldhouwwerken, die niet alleen de woning verfraaien en opvroolijken, maar tevens bronnen van opvoeding en beschaving zijn, en behalve als wandversiering nog een nuttig doel hebben en dus met groote zorg gekozen moeten worden. De werken van groote meesters zijn wel het meest te verkiezen, maar door hun kostbaarheid, slechts voor enkelen bereikbaar. Goede copieën van beroemde schilderijen echter kunnen voor weinig geld in bijna ieders bezit komen: smaakvol omlijst zullen ze een bron van genot en beschaving vormen voor allen, die in haar omgeving leven; want de geest der boeken, die we lezen en der schilderijen, die we kennen, wordt een deel van onzen geest en helpt ons karakter vormen.
Nog iets anders is noodig. Maak uw huis zonnig en vroolijk. Kweek vroolijkheid aan. Maak er een godsdienst van. Het kost niet veel moeite uw huisgenooten vroolijk te doen zijn. Wees zelf slechts opgeruimd, en echtgenoot en kinderen zullen onfeilbaar de stemming van vrouw en moeder overnemen. Indien zij geneigd is, zich te laten beïnvloeden door het weer, een beetje pijn, een kleine teleurstelling, dan zal haar huis geen gelukkig tehuis zijn. Houd uw kleine zorgen voor u. Zelfs de groote en ernstige moeten heldhaftig alleen gedragen worden.
Dit is een van de vele lessen, die we van het Oosten zouden kunnen leeren, indien we slechts ruim genoeg van opvatting waren, om die over te willen nemen. Onder de Japaneezen is opgeruimdheid een der vormen van beleefdheid. Al moge een Japansche vrouw ook pas van het sterfbed van haar eenig kind gekomen en haar hart bijna gebroken zijn, toch zal ze U met een glimlach begroeten. Door hierin te kort te komen, zou ze zich aan onwelopgevoedheid schuldig
| |
| |
maken, terwijl wij van onzen kant eveneens door het nalaten ervan te kort zouden schieten in onzen plicht jegens onze medemenschen, die van ons eischt, hun de particuliere zorgen te helpen dragen door het handhaven van een voortdurende uiterlijke vroolijkheid. Er ligt hierin geen gebrek aan gevoel, of gebrek aan sympathie van de zijde der anderen. Integendeel, de Japaneezen zijn een bij uitstek gevoelig volk. Het is alleen een aangenomen axioma bij hen, dat smart iets persoonlijks en heiligs is, dat in uw eigen hart opgesloten moet blijven. Door smart te toonen, ontheiligt men haar.
Onder de Japaneezen zijn zachtheid, geduld en gelijkmatigheid van humeur - welke eigenschappen zoo weinigen van ons bezitten - bijna algemeen. Kinderen wordt reeds van hun vroegste jeugd af ingeprent, dat door driftig te worden, men aan zijn waardigheid te kort doet. Slechts van de laagste en onwetendste koelie zou men dit kunnen verwachten; van iemand, die ook maar de geringste aanspraak op beschaving wil maken, zou het ondenkbaar zijn. De hoffelijkheid der Japaneezen is geen buigen voor meerderen of afdalen tot minderen; zij blijft zich steeds en overal gelijk.
Bedienden, kinderen, minderen, ja zelfs huisdieren, worden op de hoffelijkste wijze aangesproken, zonder die kortafheid of familiariteit, welke zoo dikwijls eigen is aan ons. Een gevolg daarvan is, dat de betrekking tusschen werkgever en ondergeschikte ideaal is, er geen ‘meidenkwestie’ bestaat in dat gelukkige land en kinderen niet van hun vroegste jeugd af in de gewone vormen der beleefdheid gedrild of herhaaldelijk voor hun lompheid gestraft behoeven te worden. Kinderen imiteeren wrat zij zien en hooren; maar al te dikwijls is de ruwheid onzer kinderen een toepassing van de woorden en uitdrukkingen, door ouderen jegens hen gebezigd. Behandel een kind steeds met hoffelijkheid en het zal anderen op dezelfde wijze behandelen.
Een ander gewichtig punt is het aandeel, dat de moeder in het verstandelijke leven van de familie moet nemen. Een ernstige fout is het van haar, de kennis, in vroegere jaren verworven, te verwaarloozen of zóó op te gaan in huishoudelijke bezigheden, dat er geen tijd meer overschiet voor lezen, schrijven en zich ontwikkelen. Geen vrouw kan het verdragen haar prestige in 't oog harer kinderen te verliezen, en niet genoeg nadruk kan gelegd worden op 't feit, hoe het voor een vrouw van het grootste belang is, de verstandige, op elk gebied met man en kinderen meelevende echtgenoote en moeder te zijn.
Om te recapituleeren: Drie eigenschappen hebben we genoemd, noodig voor een goede huisvrouw: gezondheid, gezond verstand en een goed humeur. Wanneer ze die eigenschappen bezit en trouw is aan het beste dat in haar is, dan zal ze, daarvan zijn we overtuigd, haar huis tot een mooi, vroolijk en intelligent tehuis maken.
Wat nu de financieele zijde van het huishouden betreft, nemen wij aan dat er een trouwe kameraadschap, wederzijdsch vertrouwen en de mogelijkheid van een verstandige coöperatie tusschen de echtgenooten bestaat. Onnoodig te zeggen: ‘Geef nooit meer uit dan gij bezit!’ Dit moet een vanzelf sprekend iets zijn. Schulden zijn de vloek van tallooze families. Het crediet- en afbetalingssysteem hebben duizenden tot ondergang gebracht. Met ontzetting heb ik dikwijls opgemerkt, welk een afmeting deze gewoonte van schulden maken heeft aangenomen, en versteld gestaan over het gebrek aan geweten, waarmee personen, en die zich als handhavers van het recht of steunpilaren der kerk beschouwen, op crediet koopen, zonder het minste vooruitzicht ooit te kunnen afbetalen, of in te zien, dat het verschil tusschen hun methode en die van den bedrieger slechts denkbeeldig is.
Laat ons aannemen, dat wij van ons inkomen moeten leven, al wat we koopen, contant betalen en geen rekeningen maken - wat op zichzelf een groote economie is - hoe moeten we onze uitgaven dan verdeelen?
De prijzen verschillen zoozeer in stad en dorp, dat de getallen slechts bij benadering zijn aan te geven. Ik geef ze echter als gevolg van mijn eigen ervaring, die nogal uiteenloopend geweest is. Ik heb gewoond in 't Oosten, in 't Westen, in 't Noorden en 't Zuiden, in steden en dorpen, en bevonden, dat, terwijl in sommige plaatsen het eene artikel duurder was, in andere het omgekeerde het geval was, zoodat de totaal-uitgaven ongeveer op 't zelfde neerkwamen.
Ik neem een familie, bestaande uit vader, moeder en vier kinderen, met een jaarlijksch inkomen van f 4000. - tot f 6000.-.
Laat ons eerst het minimum inkomen nemen. Van de f 4000. - per jaar kunnen we f 3000. - voor huishoudelijke uitgaven,
| |
| |
f 750. - voor kleeding en de rest, f 250. -, voor onvoorziene uitgaven besteden. De laatste post is de lastigste, en meest teleurstellende, omdat die de meest bedriegelijke is. Hiervan moeten n.l. de tandarts- en doktersrekeningen, de kerkcontributie en de schoolboeken, de kerst- en verjaringsgeschenken en tallooze andere kleinigheden, die voortdurend in een huisgezin voorkomen, betaald worden. Het is die post, welke onophoudelijk inbreuk zal maken op gelden, voor andere doeleinden bestemd en eene, waarbij de huisvrouw het meest het ongeriefelijke van een klein inkomen zal gevoelen en de grootste mate van overleg moet in acht nemen. De verstandige huismoeder zal f 100. - van haar kleedgeld ter zijde leggen, om het ontbrekende bij voorkomende gelegenheden mee aan te kunnen vullen.
Zoo zal het ook veel handigheid en overleg vereischen een familie van f750. - per jaar te kleeden, maar onuitvoerbaar is dit niet. Dure naaisters en kleermakers moeten eens voor al worden afgezworen. De echtgenoot en vader moet zich met confectie-pakken tevreden stellen en de vrouw en moeder zal in 't voor- en najaar een weeklang een huisnaaister moeten nemen en 't overige zelf doen. Bovendien is kleeding goedkoop tegenwoordig en met eenige handigheid in wasschen, keeren en veranderen kan men wonderen verrichten.
Veel kan men uitsparen door het vermijden van katoen of zoogenaamde flanel in plaats van wol voor onderkleeren; want niet alleen is 't eerste heel onsterk, maar dikwijls een bron voor kouvatten, tering of longontsteking. Eveneens door 't gebruik tegen regen, modder en natte sneeuw, van goede gummi-mantels en -schoenen, die een ‘waterproof’ beschutting verschaffen, in plaats van dure wollen mantels en leeren schoenen, die, ofschoon goed tegen kou, geen weerstand tegen water bieden, terwijl de kosten, verbonden aan het telkens laten verzoolen, aanmerkelijk grooter zijn dan die van het slijtage van goede gummi.
Kinderen hebben het recht, wanneer ze naar school gaan, op zoodanige wijze gekleed te gaan, dat ze niet de aandacht trekken of opmerkingen aan andere kinderen zullen ontlokken. Ditzelfde geldt voor hen, wier ouders meer stoffelijk bevoordeeld zijn, want waarlijk, de laatste hebben dikwijls op dat gebied nog meer te lijden. Ook in deze kwestie hangt alles van de handigheid en den smaak der moeder af. Haar vingers zullen dikwijls bij het fatsoeneeren van kleedingstukken die der huisnaaister tegemoet moeten komen, ja zelfs zal ze somtijds als hoedenmaakster moeten optreden. De kleeren kunnen in huis voor den halven prijs van dien in de winkels gemaakt worden. Onderkleeren echter kunnen goedkooper gekocht worden.
De goede smaak der moeder is van evenveel belang als haar handigheid in 't naaien. De verleiding bestaat anders maar al te dikwijls, hare kinderen met goedkoope imitaties van dure dingen op te sieren, of hen met linten en kanten en bloemen en veeren, omdat die zoo goedkoop zijn, op te takelen.
Met f 250. - in de maand voor de huishouding kan men heel goed rondkomen. Ik zelf heb een huishouden op dezelfde basis, - en niet zonder succès, naar ik meen, - gedurende vele jaren bestierd.
Een tabel van de voornaamste posten van uitgaven maandelijks zal als volgt luiden:
Huishuur |
f 62.50 |
Brandstof |
f 10.- |
Dienstbodenloon |
f 12.50 |
Gas |
f 7.50 |
Voeding |
f 100.- |
Belasting |
f 30.- |
|
_____ |
Totaal |
f 222.50 |
De wijze, waarop men de resteerende f 27.50 gebruikt, hangt van omstandigheden af. Zoolang de kinderen klein zijn, zou ik ten sterkste aan raden een gedeelte te besteden als loon voor een kindermeisje, dat, als de kinderen grooter worden, afgeschaft kan worden, welk sommetje men dan kan bestemmen als huur voor een grooter huis of in een deftiger buurt, of het voor onvoorziene uitgaven ter zijde leggen.
Indien mogelijk, besteed het dan als premie voor een levensverzekering, want het spreekt vanzelf, dat geen man zijn vrouw en kinderen bij zijn overlijden onverzorgd mag achter laten.
De soort van economie, die onze grootouders er op nahielden, komt zelden meer voor in de huishouding van heden. De man, die met een jaarlijksch inkomen van f 2500. - een familie van acht kinderen met groot succès groot brengt en zich daarenboven een gezellig nestje voor zich en zijn vrouw op hun ouden dag weet te verschaffen, is een ongekend iets in onzen modernen tijd. De tijden en ook onze idealen zijn veranderd, dat is waar, en er bestaat in ons moderne leven een economische factor, welke die ver- | |
| |
andering van idealen heeft mogelijk gemaakt. Waar onze grootmoeders, met voortdurend de mogelijkheid van een onverzorgd weduweschap voor oogen, elken overgespaarden cent angstvallig ter zijde legden als een appeltje voor den dorst, is dat heden ten dage door het bestaan van verzekering-maatschappijen volstrekt niet meer noodig. Tegenwoordig denkt men in de eerste plaats aan een verzekering-polis en daarna pas aan de huishoudelijke uitgaven. Elke huisvader, die nu f2500. - verdient, en een verzekering heeft gesloten, verteert verder rustig al zijn inkomsten, terwijl het vooruitzicht van op zijn ouden dag verzorgd te zijn, hem een soort van prikkel geeft bij het telkens weer betalen der polis. De grootte der som, die hij van 't jaarlijksch inkomen voor een verzekering-maatschappij afzondert, kan eenigszins van zijn temperament afhangen. In sommige families, die hun kinderen gaarne een goede opvoeding willen geven, wordt op hen een polis genomen, waardoor ze b.v. op volwassen leeftijd - laat ons zeggen f2500. - uitbetaald krijgen.
Een groote fout is het, op het loon eener dienstbode uit te zuinigen. Ik ken menschen, die slechts acht à negen gulden maandelijks voor een dienstbode betalen, van wie men verlangt, dat ze kookt, wascht en strijkt en 't huiswerk doet. Het gevolg is, dat ze zich met een onervaren meisje moeten tevreden stellen, dat maandenlang haar kost nauwelijks waard is en alles geleerd moet worden. Daarna volgt er misschien een tijd van gemak, maar al spoedig denkt ze, als bekwame meid meer te kunnen verdienen, en, menschelijk zijnde, gaat ze waar ze 't krijgen kan, haar meesteres in den steek latende, die nu opnieuw het vervelende proces moet doormaken.
Voor f150. - loon daarentegen zal men een dienstmeisje kunnen krijgen, dat eenvoudig kan koken, wasschen en strijken en 't huiswerk doen. Zij zal, wanneer gij haar 't leven wat aangenaam maakt, zich bij U tevreden gevoelen en zich door de kleinigheden, welke gij haar met geduld nog hebt bij te brengen, niet in diè mate verbeterd gevoelen, om naar een voordeeliger dienst uit te zien.
In een familie, wier jaarlijksch inkomen niet heel groot is, kan zoo goed als niets van het werk buitenshuis geschieden en moet het grootste gedeelte onder toezicht der vrouw - met behulp van de dienstbode - indien niet door haar eigen handen en die harer kinderen, verricht worden. Reeds vroeg kan en moet elk lid des huisgezins een aandeel en eenige verantwoordelijkheid hebben in de richting van 't geheel en gekend worden in quaesties, die onder zijn of haar bevatting vallen. Veel ongenoegen zou kunnen voorkomen worden, indien de ouders hun kinderen niet als geheel van hen afhankelijke, maar als eigen persoonlijkheden wilden beschouwen.
Wij moeten fierheid in onze kinderen aankweeken. Het is niet goed, dat de moeder alles aan de kinderen uit de handen neemt. Zij moeten niet steeds bediend worden, maar zichzelf bedienen. Zij moeten leeren de handen uit de mouw te steken. Ieder heeft plichten te volbrengen, die vermeerderen, naarmate zij ouder worden en beter in staat zijn het werk, dat van hen geeischt wordt, te verrichten. De kleine thuis kan zijn eigen speelgoed beheeren, een kleine hulp voor moeder en een zonneschijntje voor allen zijn; het meisje, dat naar school gaat, kan voor haar eigen kleeren zorgen, ze netjes opvouwen en wegbergen en moeder of zuster bij het tafeldekken helpen of voor een bouquetje zorgen. De oudere broer kan vader bij het vuur aanmaken en moeder bij haar boodschappen van dienst zijn, terwijl de oudere zuster kan leeren koken en naaien en andere huiselijke bezigheden verrichten, waardoor 't werk van moeder verdeeld zal worden en haar tijd wordt gegeven voor lezen, zich ontwikkelen, bezoeken afleggen en ontvangen.
Om de kinderen een prikkel te geven, zou men hun een kleine geldelijke belooning kunnen toestaan, die met een weinig oordeelkundigen lof hen tot nog meer ijver en opgewektheid bij 't volbrengen dier bezigheden zal aansporen. En dan, er is geen beter middel kinderen in een goed humeur te houden dan hen bezig te houden.
De moeder moet geen enkelen dienst van welk der leden des huisgezins ook, aannemen, zonder de persoon, die den dienst bewijst, daarvoor te bedanken. Dit is een blijk van erkentelijkheid, die tevens een heimelijk over 't hoofd zien van betaalde diensten, wanneer dit namelijk het geval is, insluit. Vriendelijke gezegden en waardeerende woorden zijn de muntstukken, waarmee wederzijdsche diensten in den familiekring betaald worden. Geen huishouden kan aanspraak maken op werkelijk fijngevoelige beschaving, waar deze ontbreken. Aangeboren beschaafde menschen zullen dit nooit uit het oog verliiezen.
| |
| |
De post brandstof zal natuurlijk variëeren en afhangen van 't klimaat en den tijd van 't jaar. Veel kan hierop gespaard worden, door een petroleumstel in den zomer te gebruiken. Voor brandstof betalen de armen bijna tweemaal den prijs, dien de rijken voor dezelfde hoeveelheid zouden geven. Kolen, in groote hoeveelheden gekocht, zijn aanmerkelijk goedkooper dan bij aankoop in 't klein.
Uit eigen ervaring ben ik overtuigd, dat een familie goed gevoed kan worden op f 100. - per maand. Ongetwijfeld kan het voor minder gedaan worden, maar ik geloof niet dat het verstandig is, hierop te bezuinigen. Met een beetje overleg kan men voor deze som een afwisselend en smakelijk menu klaarmaken.
Om elken dag tijd uit te sparen voor 't bedenken van een menu, kunt ge een lijst opmaken van elken maaltijd gedurende veertien dagen, ze zoo variëerende, dat dezelfde hoofdschotel zich niet binnen een week herhaalt. Dit zal uw vervelende oogenblikken besparen en uw tafel minder eentonig maken.
De economie in voeding vereischt overleg en vóór alles een goede plaats voor 't bergen van groote hoeveelheden levenswaren, een gemak, dat bijna alle moderne en kleine huizen ontbreekt.
Vleesch, in zijn geheel gekocht, voor 10 à 15 cent, kost bij verkoop in 't klein 25 à 50 cent per pond, waarbij dan nog vervallen veel van de vette en meest voedende bestanddeelen, die van zoo groot nut bij gezonde voeding zijn, zoowel voor de longen als om de warmte en kracht, die ze aan het lichaam mededeelen. Een familie van vier personen b.v. kan, door het vleesch in zijn geheel te koopen, haar maandelijksche vleeschrekening tot op de helft terug brengen.
Bij het bezuinigen op voeding moet men echter vooral in het oog houden, dat grootendeels van de hoeveelheid en verscheidenheid der spijzen de werk- en denkkracht der familie afhangt. Een onvoldoende of vegetarische voeding staat in nauw verband met den omvang van ons denkvermogen. De vegetarische landen - Eng. Indië en China - hebben de minste uitvindingen gedaan en missen denk- en werkkracht.
Een wenk in deze richting werd gegeven door een onderwijzer van arme kinderen, die ontdekte, dat de goedgevoede kinderen vlugger van begrip waren dan die welke onvoldoende gevoed waren. Hij bezocht ze in hun eigen woning, won het vertrouwen der moeder en overtuigde hen van het feit, dat graan en melk voor een kinderontbijt even goedkoop zijn als zwart brood en bittere koffie. De uitslag van het veranderde dieet was eenvoudig verrassend en onmiddellijk waarneembaar.
In de vruchtenlanden kan een huisvrouw vruchten goedkooper zelf inmaken dan ze koopen.
Al deze overdenkingen en practische bezuinigingen zullen voor de vrouw des huizes een groote mate van overleg en een strijd met kleinigheden kosten, om den uitslag tot een overwinning te maken. De man, die van f 4000. - jaarlijks moet leven, leidt geen ander leven dan die welke tweemaal dat inkomen heeft. Zijn kleeren zijn minder mooi en zijn sigaren goedkooper, dat is waar, maar overigens gaat hij 's morgens naar zijn werk en komt 's avonds terug, alles op volmaakt dezelfde wijze. Het is de vrouw, die er voor moet zorgen, dat alles vlot van stapel loopt en ze haar inkomsten niet te buiten gaat. Vóór alles moet ze voor het fysieke welzijn der haren zorgen: er is echter geen gebied, waarop de moeder in 't algemeen, en dit heeft niets met de grootte van 't inkomen te maken, zoo dikwijls faalt als op dat der fysíeke zorg voor haar kinderen. Ze schijnt niet de waarde van frissche lucht, noch van lichaamsbeweging en eenvoudig voedsel geleerd te hebben. Het zou werkelijk niet verworpen kunnen worden door den meest enthousiasten voorstander van het onderwijs, indien de bladzijden in de leerboeken, nu aan den slechten invloed van alcohol en tabak gewijd, alleen voor de jongens bestemd zouden blijven en in plaats daarvan aan de meisjes eenige wenken zouden worden gegeven, hoe goede zorg voor een baby te dragen. Wanneer men meisjes van het groote belang van frissche lucht elken dag en nacht kon overtuigen, zouden er vele dokters-rekeningen vermeden en het genot van een goede gezondheid aan hun kinderen, wanneer zij op haar beurt huismoeders worden, verzekerd kunnen worden. Wanneer de moeders eenvoudig, voedend voedsel aan hun kinderen wilden geven en op meer beweging in de frissche lucht wilden aandringen, zouden de kinderen een rooder, frisscher en gezonder kleur krijgen dan de kalkachtige, teere complexie, die we nu zoo dikwijls in een schoollokaal aantreffen. Indien de toekomstige moeders zich iets over de eenvoudige behan- | |
| |
deling van de
gewone kinderziekten wilden laten leeren, zoodat ze wat meer vertrouwen in haar eigen oordeel zouden krijgen, zouden ze menigen gulden aan den dokter kunnen besparen. De school is dit verplicht aan het huisgezin, want zij vraagt voortdurend meer van het zenuwgestel harer leerlingen en moet daarom de huismoeders de beste methode, om daaraan bij de kinderen tegemoet te komen, aan de hand doen.
Zij dient met zorg uit te kiezen en na te gaan al wat haar huis binnenkomt aan voeding, kleeding, meubelen of speelgoed en altijd het beste te koopen, wat ze bekostigen kan. Het is nooit verstandig, goedkoop materiaal te koopen, omdat het goedkoop is; men merkt vaak later, dat het zoowel nutteloos als goedkoop is.
Veel kan ze op het onderhoud van muren, vloeren en meubelen uitsparen door ze zelf te onderhouden. Het vereischt geen technische opleiding vernis en verf handig aan te wenden. Alle hout, voornamelijk van stoelen, deuren, tafels, stijlen en schilderijen, moet tenminste eens per jaar met ammoniak, bijna of geheel zuiver, gewasschen worden, al geschiedde dit alleen maar uit een oogpunt van zindelijkheid. Goed toegepast, zal dit aan alles een nieuwen glans geven. De veeren stoffers der diensboden moeten, behalve voor de kleeden en gordijnen, afgeschaft worden. Ze jagen het stof op in de eene plaats, om het weer neer te laten op een andere. Om het radicaal weg te krijgen, moet men het in de wateremmer verdwijnen.
Goede karpetten van Axminster, moquette of Brusselsch, moeten als ze vuil zijn, evenals een houten vloer, met water en zeep geschrobd worden. Wol is in haar wijze van groeien gelijk aan een plant en heeft, evenals het menschelijk haar of het gras, vocht noodig, om haar kracht, en een zeepsopje om haar glans te geven.
Een goede boekhouding is beslist noodzakelijk in een goed-ingericht huishouden. Wanneer het geld nauwkeurig is ingedeeld, en men zich stipt daaraan houdt, kan men gemakkelijk nagaan, als er een tekort plaats heeft, in welke afdeeling men besnoeien moet. Anders is het niet onmogelijk, dat de huisvader over een goedkooper huis zal beginnen te denken, terwijl de extra-uitgave op de tabak- of bierrekening of in de kleeding te zoeken is.
Vertrouw nooit op uw geheugen, wanneer het iets van het huishouden betreft. Houd in uw memorandum- of dagboek een halve bladzijde voor ‘de dingen die noodig zijn,’ en een andere helft voor ‘de dingen om te doen’. Breng den volgenden dag op de volgende bladzijde over de dingen die niet gedaan zijn en aan het dikwijls moeten overbrengen, zult gij uw eigen neiging tot uitstellen kunnen afmeten.
Met zoo'n klein inkomen en zoo'n groote familie moeten vader en moeder zich natuurlijk vele genoegens ontzeggen, totdat hun omstandigheden beter zijn geworden. Een zomerreisje of een verblijf aan zee en alle dure vermakelijkheden moeten vermeden worden. Dat sluit echter een goed concert, een mooie lezing of comedie nu en dan niet buiten: ‘alleen werk en geen vermaak maakt van Jack een vervelende jongen.’ Die kleine, sporadische uitgangetjes zullen het leven opvroolijken en een nieuwen prikkel geven aan het werk, dat u morgen weer wacht.
En dan, ofschoon die publieke vermakelijkheden tot de zeldzaamheden moeten behooren, men behoeft het gezelschap van zijn vrienden toch niet te missen, maar kan ze nu en dan eens ten eten vragen, of een klein speel- of muziekavondje voor hen aanrichten. Denk er echter niet aan, het noodzakelijk te vinden een kookster of knecht voor het dineetje te huren, of 't souper van den kok te laten komen. Het getuigt altijd van slechten smaak zijn gasten de moeite, die gij voor hen genomen hebt, te laten merken. Gewen uw meid of meiden er aan, op alle tijden alles netjes en smaakvol te verrichten en ge hebt geen angsten uit te staan, als onverwachts een gast komt binnen vallen of een formeel diner gegeven wordt. Maak zoo weinig mogelijk verandering in uw dagelijksche gewoonten en alles zal van een leien dakje gaan. Hebt ge gastvrijheid ondervonden van menschen, wier middelen grooter zijn dan de uwe, denk er niet aan U verplicht te gevoelen, hen op denzelfden voet terug te ontvangen. Het is de geest van gastvrijheid, die genoegen geeft, niet de uitgave van een groote som. Dit alles klinkt heel afgezaagd, maar wordt niettemin te veel vergeten.
Meer dingen zijn er die nagelaten moeten worden. Boeken kan men maar weinige aanschaffen; de meeste zal men uit de bibliotheek moeten laten komen. De openbare leesbibliotheek, zelfs in kleine steden tegenwoordig opgericht, is echter een groote zegen voor een familie, die van een klein inkomen moet leven, vooral wanneer men er een goed
| |
| |
boek van mee naar huis kan nemen; wordt dit niet toegestaan, dan is ze van twijfelachtige waarde. Het kind zal dan dikwijls, aan zich zelve overgelaten, juist in zijn opgroeiende jaren, boeken lezen, die voor een rijper leeftijd bestemd zijn en waarschijnlijk meer tot zijn zinnen dan tot zijn artistiek gevoel zullen spreken. Kinderen hebben een łeidende hand bij hun lectuur noodig, om hen te behoeden voor onreine literatuur, evengoed als voor 't gebruik van te veel tabak, en deze leidende hand moet die der ouders zijn. Heeft de moeder of de vader op dit gebied niet den juisten tact, dan zal het beter zijn het kind geheel en al de openbare bibiotheek te ontzeggen. Maar zelfs met zorg uitgekozen, zijn die boeken niet te vergelijken met diè welke in een huisgezin aanwezig behooren te zijn. De invloed op kinderen van de boeken, meegebracht van school, zondagsschool of openbare bibliotheek, zal vergankelijk zijn, vergeleken bij dien van de weinige, gezien door onze kinderjaren heen in de boekenkast of op de tafel. Zin voor geschiedenis of wetenschap zal op deze wijze in hen aangekweekt worden, terwijl b.v. een aantrekkelijk boek over de studie der vogels wonderen voor hun oogen zal tooveren.
Naast die huisboeken hebben de ouders tijdschriften onder hun bereik, die het beste op gebied van literatuur, geschiedenis, kunst, economie en levenswijsheid bevatten. We hebben tijdschriften met een verscheidenheid van goede lectuur, die zelfs de meest kieskeurige moeder voor slechte tendenzen of invloeden bij haar kinderen niet bevreesd behoeft te doen zijn. Maar zelden zal ze er iets in aantreffen, dat ze liever niet aanwezig zou zien. Goede tijdschriften in groote hoeveelheid zijn echter duur. Als acht families, die de waarde van tijdschriften in het huisgezin weten te schatten, elk een wilden aanschaffen en onder elkaar laten circuleeren, zal dit voor ieder maar weinig onkosten veroorzaken. Door die tijdschriften zullen de kinderen tevens hun artistieke opvoeding beginnen, hun smaak leeren ontwikkelen en door het telkens weer zien van goede illustraties, na verloop van tijd het werk van onze allerbeste artisten leeren schatten. Ge moet niet denken, omdat het kind zijn waardeering niet laat merken, dat de plaat geen indruk op hem maakt. Jongens vooral worden altijd als ongevoelig voor die dingen, en elke omgeving als goed genoeg voor hen beschouwd. Dit nu is uiterst verkeerd. Voordurende aanraking met goede kunst zal juist van grooten invloed op hen zijn en het is door de tijdschriften vooral, waardoor men met beperkte middelen van kunst kan genieten.
De kinderen zullen publieke scholen moeten bezoeken en niet naar de academie kunnen gaan, tenzij ze zoo gelukkig zijn een beurs te verkrijgen of energie en volharding genoeg bezitten hun eigen weg door 't leven te slaan.
Natuurlijk zal, wanneer de echtgenoot en vader het noodig vindt te rooken en te bitteren - het doet er niet toe op welk een bescheiden schaal, - dit ten koste van een vrij belangrijk deel der onvoorziene uitgaven geschieden. Mijn eigen meening - ofschoon ik niet verwacht veel menschen te vinden, die mij in zoo iets radicaals gelijk zullen geven - is, dat een man, die vier kinderen in de wereld heeft gebracht en niet meer inkomen heeft dan f 4000. - 's jaars om hen te verzorgen, zich niet de weelde van tabak en bitter mag veroorloven.
Met al deze, zoowel kleine als groote opofferingen behoeft het leven echter niet bekrompen of vervelend te zijn. Onze groote steden verschaffen gelegenheden te over, om zich voor bijna geen geld, zoowel op geestelijk als aesthetisch gebied te ontwikkelen. Buiten is het moeilijker in contact met de wereld te blijven, maar met couranten en tijdschriften kan hierin veel tegemoet worden gekomen. Liefde, werk, beschaving, intellectueele ontwikkeling, het genot van een mooien zonsondergang en 't openspringen der knoppen in 't voorjaar - dit alles is onder ieders bereik. Hierbij vergeleken zijn alle menschelijke genoegens hol en onbeduidend, uiterlijke kleinigheden, die niet meetellen ‘in making up the sum of life’.
Tegen den tijd, dat het inkomen f 6000. - bereikt heeft, kan men een wat royaler manier van leven invoeren.
(Slot volgt.)
|
|