De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

Varia.

Een alleraardigste verjaardag-wensch, dien ik ontving, en met toestemming van den inzender zonder zijn naam mag doen afdrukken, omdat ik hem zoo bijzonder aardiggezegd vind:

Met ons vieren^*)
komen wij U ‘gratuliren’;
De twee naast elkaâr
vormen een paar;
dat is toch 't ‘eene noodige’, nietwaar?
Zonder vrouw is de man niets;
met een man is de vrouw iets.
Kan 't U behagen
in 1910 't huw'lijksjuk te dragen,
dan wenschen we U, met gezonde dagen,
(hebbe gij daarover nooit te klagen),
weinig last van de huw'lijksplagen. -

*) Deze ‘vier’ waren vier hondjes; - toespeling op mijn eigen viervoeters, twee van ons, en twee van onze Marie.

[p. 509]

 

Denkt ge U gelukkiger met te blijven zooals gij zijt,

 

met uwe vriendin, en Marie ‘de meid’,

 

en uwe ‘hondenjongens’ als supplement,

 

betreur dan maar niet uw isolement

 

in den huw'lijksstaat,

 

want, zoolang de vriendschap bestaat,

 

en 't leven nog bloemen biedt:

 

rozen, pensées en vergeet-mij-niet,

 

is men eenzaam, noch alleen,

 

al zegt men: een is geen. - -

 

Wij beiden zitten^**) in gedachten op 14/1 met U aan,

 

en laten een ‘geestdriftig’ Hoch! voor onze

 

beste vriendin Anna gaan.

**) Deze ‘beiden’ zijn: inzender en diens vrouw.