De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
I. Waarom zijn uw zenuwen ziek?Niet altijd is het zenuwgestel in de war geraakt door éen bepaalde oorzaak, die grooter is dan andere - maar dikwijls is dit wel het geval. De oorzaak kan van lichamelijken of van geestelijken aard zijn en diep verscholen liggen. Wij moeten die voor den dag halen om haar, zoo mogelijk tegen te werken. Waar de een onder bezwijkt, komt de ander gemakkelijk over heen. Er is niet éen enkele reden, of meerdere enkele redenen aan te geven voor ‘de zenuwachtigheid van den tegenwoordigen tijd.’ De oorzaken van zieke zenuwen, die ik hier noemen zal, zijn dus niet de eenig mogelijke. Ik haal die slechts aan bij wijze van voorbeeld, maar dikwijls zullen ze toepasselijk blijken. En ik koos juist deze uit, omdat ik er het minst raad voor weet. Zwakke zenuwen kunnen aangeboren zijn; men moet er zijn leven dan naar inrichten. Aangeboren zwakke zenuwen verplichten iemand er zorg voor te dragen, evenals iemand met ‘een zwakke maag’ moet letten op wat hij eet en drinkt. Men zegt dat menschen met een zwakke maag lang leven, omdat zij er niet toe komen zich ziek te eten, of te drinken. En een Amerikaansch zenuwdokter beweert dat menschen met een ‘zenuwachtig gestel’, minder dan anderen aan chronische ziekten onderhevig zijn, omdat hun zwakke zenuwen direct pijnlijk worden aangedaan door ongunstige invloeden. Misschien is er van beide wel iets aan. Maar aangeboren zwakke zenuwen zullen het individu niet hinderen, indien de uiterlijke levensomstandigheden niet al te ongunstig zijn en het individu er niet onbedacht op los leeft. Een groote vijand voor ons zenuwgestel is: een onvreedzaam gemoed. Dit kunnen wij gemakkelijk bij onszelf en bij anderen waarnemen. Gewetenswroeging kan den sterkste verpletteren. Zelfs kleine steken in 't geweten, al doen we nog zoo ons best om te doen alsof we ze niet voelen, zijn dikwijls voldoende om 't zenuwgestel in de war te brengen. Dit komt misschien meer voor dan wij vermoeden. Het geweten is een wonderlijk iets. Verscheidene menschen letten er volstrekt niet op. Het staart ons immers niet als een reclameplaat in het gezicht, en 't toetert ons evenmin als een automobiel te gemoet. Velen beweren ook dat 't geweten niet anders is dan een soort psychische gewoonte. Vele eeuwen lang heeft men er zich aan gewend ‘een geweten’ te hebben, langzamerhand wist men dus niet beter of 't hoorde zoo. Dit is een zeer oppervlakkige gedachte, die een geloof in het materialisme nu juist niet stijft. Deze overgeërfde tradities beteekenen niet veel; de kleinzoon van een slootgraver kan uitwendig en inwendig zeer goed een edelman zijn. Maar het geweten is veel taaier dan al wat men zich denken kan. Als we eens nagaan hoe lang de steken, die 't ons geven kan, duren kunnen, bemerken wij hoe diep 't ons in 't gemoed geworteld is en hoe beslissend 't ons dagelijksch leven beinvloedt. Een lichamelijke pijn verliest al haar hevigheid zoodra die over is en na verloop van tijd kan men er zelfs met genoegen op terugzien en er over spreken. Evenzoo gaat 't met vele psychische smarten; een groot geldverlies kan men na verloop van tijd tot een onderwerp van conversatie maken. Maar 't geweten kan levenslang even pijnlijk en hevig blijven knagen. Een boos woord, een onmanlijke daad, een bedrog, dat misschien door niemand werd opgemerkt, kan als een doorn in de ziel blijven zitten en ieder maal als de herinnering er aan in ons opkomt, weer even pijnlijk steken. Het geweten is sterker dan alle onweer dat in een menschenziel kan losbarsten, omdat het zoo taai is. De tand des tijds heeft er geen vat op, de ziel moet bijna geheel verstompt zijn voor de stem van het geweten zich in stille uren niet meer hooren laat. En het geweten bewaart niet alleen woorden en daden, maar vraagt ons ook, als we er het allerminst op bedacht zijn, of we ons die nog wel herinneren - het kan ons ook vragen stellen als de volgende: Waarvoor leef je en wat beteekent je leven? Je hebt allerlei kleine doeleinden, die je iederen dag meer nabijkomt, maar tel ze eens bij elkaar en zeg dan eens wat je eigenlijk wilt? Het geweten vraagt en de ziel is vroeg of laat genoodzaakt te antwoorden. En die voortdurende onrust in 't gemoed verslapt op den duur de sterkste zenuwen. Ook het gevoel niet te staan waar men staan moest, maakt zenuwachtig. We moeten al die onrust zien te ontkomen. Het geldt hier meer dan gezonde zenuwen. Maar hoe grooter de innerlijke ontbinding is, die de psychische strijd veroorzaakt, des te meer kan men er soms toe gedwongen worden een houvast te zoeken aan opwekkende bezigheden, lichamelijken arbeid, of een gezelligen omgang. Een levensbeschouwing ontstaat niet even vlug als een Amerikaansche sky-scraper, zij vormt zich langzaam door | |
[pagina 29]
| |
een organische ontwikkeling, een ontwikkeling die niet afneemt als de zenuwen rusten. Geslachtsdrift is een van de sterkste wereldsche drijfkrachten. Maar die beweert dat beperking niets tot de zaak afdoet, geen invloed uitoefent, is een dwaas. Die dat beweert is blind voor alle levensverschijnselen. Een moderne moralist zegt: Goed, de geslachtsdrift zal misschien niet altijd stil in den moederschoot der natuur neerzinken, zooals de golven kalmeeren bij windstilte, maar zal overgaan tot een kracht op ander gebied. En dat is zoo; de geslachtsdrift zal een verandering ondergaan, een kracht die op een onwrikbaren hinderpaal stuit, verdeelt zich in verschillende richtingen, spat uit elkaar. Nu is 't maar de vraag of de onvoldane geslachtsdrift in 't algemeen omzet in energie en zelfopoffering, of wel in sentimentaliteit, pessimisme, kwaadsprekerij, overdrijving, overspanning, fanatisme, zenuwachtigheid en zoo al meer. En daar onvoldane geslachtsdrift meer voorkomt dan het aardsche paradijs dat men een gelukkig huwelijk noemt, zal de opinie over de verschillende levensverschijnselen afhangen van 't antwoord dat op die bovengenoemde vaaag gegeven moet worden. Het is moeilijk te ontkennen dat een knagende geslachtsdrift, aangewakkerd door een liefdesverlangen, de reden kan zijn voor zieke zenuwen. Wij moeten de dingen zien in haar waar licht en vooral niet denken, dat we een van de moeilijkste kwesties doen verdwijnen door ze eenvoudig te negeeren, of door voor den dag te komen met getuigschriften van onkundige personen, die beweren, ze niet gezien te hebben. Waarheid bovenal, dat is de eerste voorwaarde om 't ongeluk te ontkomen. Een zeer algemeen voorkomende oorzaak tot zenuwachtigheid zijn ook de zorgen voor het bestaan. Veel of weinig verdienen is hier de kwestie niet. Rijkelui hebben soms zorgen, die menig armen man niet kent. De maatschappij is zoo wonderlijk ingericht, dat sommige menschen hun eenvoudigste eischen niet tevreden kunnen stellen, al strijden zij er ook voor met alle krachten, terwijl anderen versuffen, omdat al hun wenschen meer dan voldaan zijn. Maar het duurt lang eer de maatschappij gereorganiseerd is. Het eenige wat iemand doen kan, die voelt dat de zorg voor het bestaan zijn zenuwen van streek zal brengen, is alle ingebeelde behoeften en verplichtingen over boord te werpen voor hij zelf schipbreuk lijdt en zijn levenswijze te vereenvoudigen. Het is niet gezegd dat hij daardoor verarmen zal. De beste genoegens zijn toch niet voor geld te koop; en de gezondste levenswijze is ook juist de goedkoopste. (Wordt vervolgd.) |
|