Spoed-Correspondentie.
C.Z.S. - Uit Uw gewaardeerd schrijven is mij niet duidelijk, of gij-zelf een hoofdartikel wenscht te wijden aan Zionisme, dan wel aan mij verzoekt dat onderwerp te willen bespreken. In het eerste geval ben ik gaarne bereid zulk een artikel van U op te nemen, indien U het mij ter inzage wilt zenden, en ik den inhoud en den vorm geschikt acht. In het laatste echter moet ik U verzoeken wat duidelijker te herhalen wat gij precies van mij verwacht: een hoofdartikel over Zionisme, dan wel een persoonlijke meening mijnerzijds in zake de gedachtenwisseling tusschen de heeren Otto Knaap en Herzberger. Gaarne wil ik U ter wille zijn, maar verwacht dan nog eerst eenig antwoord van U.
Mej. Z. - Gij zijt reeds lang geleden beantwoord in de Lelie, en zult U daarop moeten abonneeren, of althans moeten trachten haar ter lezing te krijgen, om mijn antwoord te vernemen aangaande Uw schets, want ik heb geen plan voor U een uitzondering te maken en U particulier te beantwoorden. Daartoe is niet de minste reden. Uw schets wordt te zijner tijd gelezen en beoordeeld; gelijk van zelf spreekt was er in geen geval reeds nu plaats voor, zoodat zij, ook als zij zou worden aangenomen, in elk geval tot a.s. jaar zou blijven wachten.
Eunice. - Ja, dat is een bekende manier, die veel ‘recensenten’ er op nahouden, een boek te doorbladeren, en het dan te ‘beoordeelen’, zonder dus ook maar eenige kennis van zaken. Het is nog al grappig dat deze anonymus er zóó mal is ingeloopen, dat gij hem op de vingers moest tikken, zoodat hij daardoor amende honorable moest doen. Misschien was het te goeder trouw, maar waarschijnlijker is het te kwader trouw geschied, om zich te wreken over de een of andere slechte beoordeeling van mij over zijn werk. Immers, niets is een bekender ‘recensenten’-wraak, dan aldus, waar ik mijn naam steeds openlijk noem, en dus aan elkeen dien ik beoordeel zeg wie ik ben, mij anonym aan te vallen, zoodat niemand, ik-zelf-ook niet, kan weten in hoeverre de beoordeelaar zich wréékt over 't een of ander mijnerzijds. Bovendien, als men zich op deze wijze achter de schermen houdt, kan men ook er gerust en ongestraft op los jokken over den inhoud van het boek, zooals gij nu hebt geconstateerd. Van de redactie is het natuurlijk onfatsoenlijk Uw stuk niet in zijn geheel op te nemen, en er willekeurig uit af te drukken wat haar bevalt, maar deze soort onfatsoenlijkheid is bij dit blad en bij vele andere heerschende mode, om geen ongelijk te behoeven te erkennen. Zoo zijn onze persmanieren nu eenmaal; op dat punt kan ik U aardige staaltjes vertellen. Hartelijk beterschap gewenscht verder, en gefeliciteerd met Uw vertrek.
Victor. - Dank zeer voor Uw brief, en ben zeer verlangend meer te hooren te zijner tijd.
Anna te Hilversum. - Dank voor Uw eerste vriendelijke kaart. Zooeven Uw later stuk en lateren brief ontvangen. Gefeliciteerd met Uw succes.
B.W. van de K. - Uw brieven en stukken wachten dringend op beantwoording; vooral den zoo-even ontvangen laatsten. Zoodra ik kan volgt een uitvoerig correspondentiebericht. Ik nam de bijdragen aan. Hartelijke groeten.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
Sluiting red: ged: