Uw durf van die dingen zóó te zeggen in Uw poezie, en dat met Uw naam er onder. - Het teekent een karakter, een vrouw met hartstocht.
Cepana. - Uw stukje uit Neuchatel kan ik wegens de zeer vele copie van dien aard niet aannemen; het is te onbeduidend. -
Louise. - Het kiekje uit Indië vond ik niet belangrijk genoeg. Wij hebben in Indië óók veel lezers; vergeet dat niet.
Mevr. de wed. V. te E. - Ik vind Uw stukje geheel ongeschikt; gij beschrijft alles aan twee kanten óók nog. In de papiermand verdwenen. -
Louis. - Uw vertaling over Klausen zal ik te zijner tijd een beurt geven, maar er is geen questie van: ‘in dit seizoen’. Zendt, vóór ik de rest van U plaatste, nu maar niets meer. - Dank voor Uw briefje. O ja, poëtisch is reizen zeer zeker, maar als het op betalen aankomt daalt men weer naar beneden in lagere sfeeren. Overigens - ik verdeel mijn tijd tusschen hier en buitenslands.
A. van M. - Door redactie Eigen Haard een artikel van U ontvangen, dat ik wegens de vele aanwezige copie niet kan aannemen.
Stella Mare. - Het hoofdartikel hoop ik spoedig te plaatsen; het andere stukje moet wat langer wachten. Vriendelijk dank voor begeleid briefje.
J. van A. - Ik kan Uw Rust na Strijd niet plaatsen; het is veel te lang voor ons blad. -
M.P. - Ik vind het sprookje over de fietsen veel beter gelukt dan het andere, dat m.i. meer thuis behoort in een tijdschrift voor de jeugd, maar ik wil het liever niet aannemen wegens de zeer vele copie. Uw brieven, die de stukken begeleiden, beantwoord ik de volgende week, omdat zij nog al lang zijn.
S. van G. - Uw beschouwing over Om de Oude Wereldzee neem ik op, als Boekbeoordeeling-artikel. Uw begeleidenden brief beantwoord ik de volgende week.
Amarah Lotus. - Ik ontving Uw bijdrage uit Indië, en zal haar plaatsen. In antwoord op het begeleid-briefje zal ik dan gaarne voortaan photo's erbij ontvangen; (één is genoeg bij elke bijdrage).
A.N. - Die stukken uit Maeterlinck zijn nog al lang. Ik dacht dat gij over hem een artikel gingt maken. Ik zal zien of ik er nu en dan iets van kan plaatsen. Ik heb de stukjes, die gij nu noemt, niet ontvangen indertijd. Het gedichtje dat gij er bijvoegt ter aanvulling van hetgeen is verloren gegaan, zal ik opzenden naar de drukkerij. Dank voor Uw vriendelijk begeleid-briefje. Hetgeen gij schrijft over Vereenigingen en Broederschappen, naar aanleiding van het Simplicissimusstuk, door mij vertaald, is zeer waar. Hoe ouder wij worden, hoe meer wij dat ondervinden.
C.G. - Ik heb nog een en ander van U, zoodat de Vondelstudie wel lang zal moeten wachten, omdat zij nog al lijvig is. Het hoofdartikel kan eerder aan de beurt komen. Wel neen, ik neem het niets kwalijk, dat iets wat minder net eruit ziet; zoolang het maar leesbaar blijft. Overschrijven is inderdaad een ellendige bezigheid. Dank voor Uw goede wenschen, en weest overtuigd dat de goede tijding omtrent Uw patiënte mij innig veel genoegen deed. - (Er is hierbij nog een derde stukje van U, een reisbeschrijving, die ik wegens de zeer vele copie liever niet accepteer). -
Violette. - Ik dank U zeer voor Uw vriendelijk schrijven bij Uwe inzending. Deze kan ik tot mijn leedwezen niet aannemen, daar er zooveel copie is voor de Lelie, en de gedachten, hoezeer ik zelve het er mee ééns zou zijn, vind ik niet gegoten in een zóó oorspronkelijken vorm, dat ik ze b.v. zou kunnen opnemen onder Varia. U vraagt mij eerlijk om raad Wel, ik zou zeggen, bij de zeer veel-omvattende taak die op U rust, en als onderhouder van Uw verweesd gezin, en als opvoedster daarvan, die mede den vader moet vervangen, kan er haast geen tijd over blijven voor grondige beoefening van letterkunde. En als die dingen oppervlakkig gaan en in verloren uren, dan komt er zoo weinig van terecht dikwijls. Daarom, vooral als Uwe liefhebberijen ‘vele’ zijn, gelijk gij schrijft, dan blijft er U nog zooveel over ook, dat het wellicht beter is dezen weg niet verder in te slaan, ten minste wat betreft het Uw pennevruchten of poëzie aan de openbaarheid geven. - Overigens, ik ben steeds tot Uw dienst, zeg alleen maar eerlijk op Uw verzoek mijn meening.
C.F.D. te A. - Ik wil dit stukje van U plaatsen, en heb de wijziging aangebracht, die gij op Uw briefkaart hebt aangegeven. De vorm is in zooverre niet heel volkomen, dat gij daardoor eigenlijk meer valt in de rubriek gedachtenwisseling. Omdat Uw stukje echter daarvoor wel wat te lang is, neem ik het nu maar op als artikel. Gij moogt dus zeer zeker voortgaan met mij iets te zenden ter beoordeeling nu en dan, en, wat Uw vraag aangaat in Uw begeleidbriefje, of gij mij om opheldering moogt verzoeken naar aanleiding van in de Lelie gedane uitingen van mij, wel dat spreekt immers van zelven. Schrijf mij maar ten spoedigste wat gij bedoelt, dan zal ik U gaarne alle gewenschte toe- en inlichtingen geven. - Vriendelijk dank voor Uw briefje. Voor toezending van present-ex. zult gij mij Uw juist adres nog moeten opgeven; ik heb alleen Uw woonplaats.
K.S. - De eerste toezending is niet geschikt voor de Lelie; de tweede heb ik daarna ontvangen; twee stukjes daarvan nam ik op als gedachtenwisselingen; het derde als Varia. De derde, zooeven ontvangen zending is geheel ongeschikt voor ons blad.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
Sluiting red: ged: