De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

Correspondentie van de redactie met de abonnés

Motto: Wie altijd in vrede wil leven, moet doof, stom en blind zijn.

Lijst der kopijen; vervolg van No. 51.

Juvenis (L.M. te 's-Grav.) - Najaar, m. br. v 13/1 1907.

(52)

Joh. St. te E. - Veroordeeld. Jan. 1907.

(55)

N.M.d.J. te...? - Oome Jan's St. Nicolaasavond. Schets.

(61)

Daboda te...? - De Zee 14/11 1904.

(68)

Maria te...? - In Maart. - Jou Moedertje.

(69)

Joh. St. te...? - Heinwee.

(73)

Als boven te E. - Een Afscheid. 11/10 1904.

(74)

J.B.N. te...? - Psyche (de ziel).

(75)

A.N. te...? - Van de gift die Liefde heet. - Van de gift, die Aalmoes heet. Mei 1905.

(76)

Joh. St. te E. - Zijn liefde. Maart 1905, m. br. v. 22/8 1905.

(78)

Zonnekind te...? - Heimwee.

(79)

Onbekend. - Lief en leed.

(83)

Teka te U. - Op geluk uit. - Omhoog. - Mijn streven, m. br. v. 20/2 1903; een andere brief ongedagteekend. Naam is gewenscht; blijft geheim.

(84)

Erka (R. K. te...?) - Een Afscheid. 1/4 1900.

(87)

A.W. te S. - Waarom. Juni 1903.

(88)

[p. 842]

Joh. P. St. te E. - Tweeërlei Roeping. - Scheiding, m. br. v. 28/10 1903.

(89 90)

Jomana te...? - Ministertje.

(92)

R.K. te...? - Thuis. 7/1 1902.

(93)

Joh. P. St. te E. - Arm Viooltje, m. br. 30/10 1904.

(94)

D.M. te...? - Stemmen.

(98)

A.N. te...? - Ged. met motto: Eén is uw God, enz.

(99)

J.J. Br. te A. - Prozastuk zonder titel, beginnende Oh, Moeder, enz.

(100)

Berichten met adressen worden omtrent deze stukken gaarne ten spoedigste ingewacht, ten einde in geval van plaatsing drukproef te kunnen zenden. S.v. pl. 't bijgevoegde nommer aanhalen.

Deze rubriek wordt voortgezet.

J.B.N. te Str. b. D. - Uw opstel III zal eerst plaats kunnen krijgen als Hoofdartikel over vier á vijf weken. Bovendien moet ik U mededeelen, dat ik in geenen deele met U mede gevoel. Omdat de redactrice uw eerste opstel in n^o. 38 van 20/3 1907 als Hoofdartikel heeft plaats gegeven, gevoelde ik mij als waarnemend redacteur gebonden om II eveneens als Hoofdartikel te plaatsen. Dit zal ik ook III doen, maar dan niet meer. Ik zal U dan moeten verwijzen naar de rubriek Gedachtenwisseling.

(172)

Ad. G.M. te A. - Er zijn in uw schetsje, - hoewel 't overigens zwak is, - enkele aardige trekjes, die mij nopen het te plaatsen. Vooral de grondtoon is prijselijk. U hebt niet nagevoeld, maar voorgevoeld, en toch zoo echt waar uw thema behandeld. Er zit ook diepe wijsheid in, en dachten, waren velen uwer zusters zooals Rinske, dan zouden de nuttigheidsbeginselen er onder lijden, wat gelukkig zou zijn. U zult mij wel begrijpen! - Wat aangaat uw vraag, verwijs ik U naar den Heer Joh. Gram te 's-Grav. voor de Kinder Courant, Mevr. Elize Knuttel-Fabius voor Jong Vaderland. Er zijn nog meer dergelijke tijdschriften; vraag er eens naar aan uw boekverkooper.

(173)