Stella Mare te D. (?) - Een onderzoek. Een Schets d. St. M. Febr. 1902.
(35)
Erica te...? - Aan de kinderen behoort de toekomst. 9/5 1902.
(36)
.... [Erica te...?]? - Kalender.
(37)
Onbekend. - Naar het Leven.
(43)
Mien P. te...? - Vereering.
(44)
Stella Mare te R. (Z-H.) - De ophaalbrug. Een Schets uit het Kinderleven. 11/11 1906.
(49)
Berichten met adressen worden omtrent deze stukken gaarne ten spoedigste ingewacht, ten einde in 't geval van plaatsing drukproef te kunnen zenden. S.v. pl. 't bijgevoegde nommer aanhalen.
Deze rubriek wordt voortgezet.
G.W.E. te...? - Van u vind ik een ongedagteekend briefje, waarin u spreekt over een opstel ‘Bontsoorten’. U spreekt ook van uw slordig schrift, maar dat ligt toch geheel aan u zelve!
(5)
A.N. te...? - Van u ligt in proef een gedichtje (zonder hoofdje) Naar 't Duitsch, eindigende: Het hoogste in de Schepping is - de Liefde -. Wilt u 't proefje daarvan nog eens nazien? Geef uw adres op.
M. te...? - Van u ligt in proef 30 Dec. 1906. Zouden we dat niet uitstellen tot 30 Dec. 1907? Wilt u 't proefje nog eens nazien? Geef uw adres op.
Mien P. te...? - Van u ligt in proef een gedichtje (zonder hoofdje), beginnende: De herfst is weer gekomen. Zouden we niet wachten tot een Herfstdag? Wilt U nog proef?
Mevr. C.R. - Br. te G. - Nu zijn we beiden op bekend terrein. Met genoegen las ik uw ‘pennevrucht’. Dat u ‘heel veel voelt voor alles wat taal aangaat’ verblijdt mij. Dan zult gij u ook vrijhouden van alle taalverknoeiing en taalverkrachting, en van de vereenvoudigde spelling. Dat zijn ondieren, welke geweerd moeten worden. Doorgaans hebben uwe brieven en mijne correspondenties elkaâr gekruist. Dat is jammer, maar de laatste corr. zult u volkomen begrepen hebben, en dat is toch maar hoofdzaak. Uiterlijk Zaterdags sluit ik de Corr. Dit zullen de overige medewerkers en inzenders ook wel ad notum willen nemen. Als waarnemend redacteur tracht ik zooveel mogelijk de voetstappen te betreden van onze herstellende redactrice.
Mevr. C. Schl. - A. te A. - Briefkaart en Corr. (vastgesteld 8/6) hebben elkaâr gekruist. - ‘Nagedachtenis’ in orde! - Hoe? - Zoo zal 't dan ook wel zijn met ‘Als het ras spreekt’, en ‘Een onmaatschappelijke’. - De vraag er naar ligt gereed. - Van 10,4 af moest toch alles a/d waarn. redact. gezonden worden! Las u dat niet?
(C. 83)
St. M. te R. - Freule Lohman zou moeten richten tusschen u en mij? - Ik acht dit de minst aannemelijke oplossing, vooral daar ik haast durf zeggen dat de redactrice eensdenkend zal zijn met den waarnemenden redacteur. Mocht ik mij vergissen dan zou dat in uw voordeel zijn, maar toch niet in mijn nadeel. Hoewel de freule gebonden is, zooals u schrijft, zou haar onbevangen oordeel mij toch nog wel in het gelijk kunnen stellen. Willen wij beiden de zaak maar onder ons afdoen? Ik geloof u op uw woord, en daarom komt het opstel spoedig in proef. Om tot volledige klaarheid te komen zou misschien een plebisat vàn de abonnenten moeten uitgelokt worden, en zouden partijen dan nog tevreden zijn? Smaken verschillen; de kunstopvattingen zijn vele; ergo zeggen meerderheid en minderheid nog niet veel. - Grepen uit het leven, uit de werkelijkheid juich ik toe, daarom wend ik mij wel eens af van sprookjes, hoe 'n genot 't ook is in een ideale wereld te leven. De poezie moet aan 't koude proza wat warmte geven. - U kent kinderen die jou-en en jij-en tegen hun vader, als hun besten vriend. Ik ben 68 jaar en heb een meer dan besten en trouwen vriend die 85, zoo niet ouder is, ik zou hem zoo gemeenzaam niet durven toespreken. Oudere vrienden wekken eerbied ook, en 't kind moet tot zijn vader met eerbied opzien Mijn vader was zelfs mijn speelmakker, maar ik voelde dat hij, bij onze vriendschap mijn vader bleef. Doch ik ben 68 jaar en voel ouderwetsch. U voelt moderner, en dus wijken we hier van elkaâr af. Ik hoop dat freule Lohman mij ten minste daarin gelijk zal geven. Herlees eens wat zij over hare ouders heeft geschreven.
(C. 83)
Een wekelijksch lezer [Postm Rotterdam; enveloppe, met adres der firma P.N. Sombeek & Zoon, Zaandam]. - Een anonieme brief verlaagt en vernedert den schrijver. - Anonieme briefschrijvers zijn geestelijke sluipmoordenaars. - Slechts verachting treft zulke karakterloozen. - Hij, die met modder werpt, uit een verborgen hoek, bevuilt in erge mate eigen handen, en maakt ze stinkend - Het platte spreekwoord: schurftige schapen blaten het meest is treflend door naakte waarheid.
(G. w. 7)
Ina - Vindt u 't ook niet beter met uw Paaschverhaal te wachten tot Paschen 1908? - Misschien heeft u voor dien tijd wel iets anders. Dank voor uw vriendelijk en waardeerend schrijven.