Correspondentie van de redactie met de abonnés
De redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten, of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid ben dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nommers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Redactrice.
P.S. Het spreekt van zelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers die in de corr: rubriek thuishooren.
Nevermind. - Hartelijk gefeliciteerd met de vacantie, en met de goede tijding van Uw zoon! - Ja, wij hebben 't hier op dit oogenblik heel prettig, maar men zou zoo graag al degenen die men liefheeft, of waarin men belang stelt, óók gelukkig weten. En er is altijd zoo veel droevigs en zooveel ellende en zooveel ziekte en leed, waarvan men weet en hoort! Ik schrik altijd eenigzins als de post komt opdagen, zoozeer vrees ik voor 'n mogelijke ramp of slechte tijding. Maar behalve plotselinge ziekte en onverwachte akeligheden is er toch altijd hier of daar verdriet, waarvan men weet, en waaraan te denken weemoedig is te midden van eigen geluk. Juist daarom vind ik ben zoo onuitstaanbaar en zoo onverantwoordelijk ondankbaar, die altijd rondloopen met een hangend hoofd en een mopperend of zuur gezicht, wanneer hun eigen omstandigheden niets te wenschen over laten. Het leven is zoo kort en zoo onzeker en bezit voor ieder onzer zulk een verborgenheid van toekomst in zijn schoot, dat het plicht is zich over kleinigheden en nietigheden glimlachend heen te zetten, en datgene wat ons aan geluk geboden wordt gretig met beide handen te grijpen en met iederen vezel van ons bestaan te waardeeren, in plaats van te loopen mopperen en klagen om niets, zooals zoovele menschen doen, speciaal ook jonge meisjes met ‘levensmoede’ gezichten!
Voor vertaalwerk zal ik aan U denken. - En van harte hoop ik, dat de vacantie U recht veel goed moge doen; gij hebt het wèl verdiend!
Gonda. - Ik was recht blij eindelijk eens weer van U te hooren, en dat te meer, omdat Uw lange vertrouwelijke en oprechte brief mij zoo'n bewijs is, dat mijn woorden door U zijn begrepen, zoowel die van liefde en huwelijk, als wat mijn beschouwingen aangaat over het studeeren van jonge meisjes, niet uit roeping of omdat haar geen ander middel tot bestaan overblijft, maar uit verwaandheid. Op dit punt trof mij bijzonder Uw verhaal uit Uw eigen leven, van dien predikant aan wiens raad gij zoo veel dankt. En ik zou het gaarne geheel onveranderd, juist zooals gij 't mij hebt geschreven, willen publiceeren, maar wacht daartoe eerst op Uw eigen toestemming er toe. Wilt gij mij die niet geven? Ik geloof altijd, dat juist zulke voorbeelden uit het leven het meeste bijbrengen tot het helpen van 'n ander, veel meer dan alle preeken en theoretische verhandelingen! - En juist gij, die niet behoort tot de voor hun genoegen er op los levenden, maar wel-degelijk tot de hard-werkende jonge meisjes, kunt in dit opzicht zeker nut stichten als gij deze herinnering uit Uw eigen leven geeft aan anderen. Want, dat is helaas maar al te waar, dat verwaandheid een hoofdrol speelt bij de begeerte te studeeren van zoo heel veel meisjes. En in dat opzicht hebben óók de ouders schuld, die er prat op doen, dat hunne dochter ‘al zit in deze of die klasse van het gymnasium’ en op dien jeugdigen leeftijd ‘al deze moeilijke acte haalde of dat zware examen deed.’ - Het is de tijdgeest, die zulke verkeerde toestanden kweekt Stille huiselijke bescheiden deugden - en dat zijn juist die welke het gezins-leven in stand houden, waarop het familie-leven bloeit, wanneer de echtgenoote, de moeder, ze bezit - zij worden noch gekweekt, noch hooggeschat. Verstand, talent, roem, daarop aast alles. De ‘eer’ om in de courant te staan vermeld, hetzij als
nuttigheids-dame, hetzij als ‘begaafdheid’, die hierin of daarin uitmunt, dat is het waarnaar iedereen streeft heden ten dage. Reclame-maken op allerlei manieren voor vermeende of misschien wezenlijk bestaande talenten is in de vrouwen-wereld aan de orde van den dag. En niemand bijna ziet in, hoe die vrouw het grootst is voor het nageslacht, die in haar gezin het meest onmisbaar weet zich te maken, en daardoor geluk en zegen verspreidde rondom.
Ja, ik geloof met U, dat ‘men’ het ongetrouwde vrouwen altijd heel kwalijk neemt, als ze het durven wagen over liefde en huwelijk 'n eerlijke en onafhankelijke opinie te hebben. In dit opzicht heb ik veel sympathie voor het oprechte en van 'n ware blik in het vrouwenleven getuigende optreden van Ellen Key. - Zelve ongehuwd en in veel opzichten 'n echte feministe, schuift ze het niet onder stoelen en banken, dat het liefde-leven een veel te ernstige en alles-beheerschende zaak is, om het te kunnen of willen negeeren als 'n bijzaak, 'n nevending, gelijk zoovele nuttigheids-apostelen onder de ongetrouwde vrouwenschare beweren. Juist deze laatsten maken den indruk dat zij: de druiven zuur noemen, omdat ze buiten haar bereik zijn. Wanneer een meisje eenmaal volwassen is, en dus oordeelen kan over zulke dingen, waarom zou zij dan niet het recht hebben na te denken en mee te spreken over dat, waarvoor de natuur haar bestemde: het moederschap. Misschien was de vroegere tijd, waarin men haar heel jong uithuwelijkte zonder dat ze iets afwist van dat alles, of zich er in verdiepte, meer aanbevelenswaardig met het oog op de durchschnitts-huwelijken waarin het veel meer aankomt op gewoonte dan op 'n hooge liefde-behoefte. Maar, zooals de tegenwoordige stand van zaken nu eenmaal is, nu 'n jongmeisje gewoonlijk veel later huwt, en op 'n veel zelfstandiger wijze handelt in al deze dingen, kan men het haar niet euvel duiden, dat zij er een eigen oordeel op nahoudt, en zich verdiept in datgene waarom nu eenmaal alles in de wereld draait. -
Unicum II. - Het spijt mij wezenlijk heel erg, dat U mij maar niet terstond hebt geschreven, toen U er behoefte aan hebt gevoeld in treurige omstandigheden. Zou ik U niet nog kunnen helpen of raden? In èlk geval doet sympathie toch wel eens goed. - Ja, ik vind met U, dat de biecht veel heeft, dat aantrekt. Ik weet ook, dat er wel prot. geestelijken zijn die hetzelfde denken, want toen ik in den Haag werd aangenomen, in de deutsch-evangelische Kirche, sprak onze toenmalige pastor heel ernstig met ons in dien geest, en wees ons op den zedelijken steun, die er voor jonge menschen in ligt als ze hunne moeilijkheden of fouten komen biechten aan hun ‘Seelsorger’. De fout echter blijft bij de protestanten, dat dit alles 'n vrijwillig iets is, want juist daarom doen de gemeenteleden 't niet, blijven liever thuis, en houden hun zorgen of zonden voor zich-zelf. - Hebt U van De Rotterdammers gezien: Het duel (uit het fransch)? Men krijgt in dat beroemde stuk zoo recht 'n idee van de mooie kracht, die kan uitgaan van de biecht voor 'n gefolterde ziel! Ik dank U hartelijk voor Uw sympathie-betuiging met ‘Teekenen des Tijds,’ maar vooral ook voor Uw mij overgebrachte boodschap betreffende de R.K. liefde-zusters. Op dat punt zal ik nooit genoeg den lof kunnen zingen van deze engelen op aarde bij uitnemendheid. En niets komt mij onrechtvaardiger en onnoozeler voor, dan het argument van zoovele ongeloovigen: Zij doen het om het geluk Hiernamaals te verdienen! - Alsof dat hun kwalijk is te nemen. Streeft niet iedereen naar