[Nv laet ons alle danckbaer sijn]
Een gheestelijc Liedeken, om op die gratie te singen.
Nv laet ons alle danckbaer sijn
Ons Heer ons Godt ons Vader
Die ons van bier van wijn van dranck
Versaeyt heeft alle gader
Van vleys en ander goede spijs
Ghecockt bereyt seer menich wijs
Wilt hem v hert aencleuen
Hij en sal v niet begeuen.
Die sone Godts gebenedijt
Die willen wij mede louen
Die ons van sonden heeft bevrijdt
Wanneer wij waren verschouen
Die soo minnelijck ons heeft ontfaen
Ende inder noot niet af en wilt gaen
Hij en sal van v niet scheyden.
Wij dancken oock Godt den heyligen Gheest
En hadden hij by ons niet gheweest